Goed kan als bijvoeglijk naamwoord worden beschouwd, maar ook als bijwoord. In de zin ‘Ze hebben goede nota genomen van het rapport’ is goede een bijvoeglijk naamwoord bij nota. In een zin als ‘Hebben ze er goed nota van genomen?’ zegt goed iets over de manier van nota nemen. Dan is het dan een bijwoord. 

Vergelijk ook:

  • Hij maakt snelle vorderingen.
  • Hij maakt snel vorderingen.

In de eerste zin is snelle een bijvoeglijk naamwoord bij vorderingen; in de tweede zin is snel een bijwoord dat iets zegt over de manier van vorderingen maken. Ook hier is zowel de verbogen vorm (snelle vorderingen) als de onverbogen vorm goed.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag

In de meeste naslagwerken staat alleen de uitdrukking nota van iets nemen (‘er kennis van nemen, het goed onthouden’), zonder goed(e). Van Dale vermeldde in 2005 nog bij de Latijnse uitdrukking quod bene notandum de betekenisomschrijving “wat men goed dient op te merken, waarvan men goed nota moet nemen”. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt het citaat “Wij namen van uw schrijven (uwe opmerkingen en derg.) goede nota (...)”. Voor beide is iets te zeggen, zoals op het tabblad ‘Uitleg’ te lezen is.