De vervoeging van monitoren (‘toezicht houden op’) is hij monitort - hij monitorde - hij heeft gemonitord.

Het werkwoord monitoren wordt uitgesproken met de klemtoon op de eerste lettergreep: ‘mónitorde - gemónitord’. De schrijfwijze monitorde - gemonitord (met enkele o) benadert deze uitspraak het best. Overigens komt de uitspraak ‘mónitoorde - gemónitoord’ ook wel voor.

Werkwoorden als scoren, die met een lange o uitgesproken worden, krijgen vanwege deze uitspraak een dubbele o in de vervoeging. De spelling scorde - gescord zou de onjuiste uitspraak ‘skorde - geskort’ met zich meebrengen. Daarom is de vervoeging scoren - jij/zij scoort - scoorde - gescoord.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!