Veel getrouwde mensen gebruiken twee achternamen, zoals Jansen-de Jong of Nguyen-Koopmeiners. Er zijn dan twee mogelijkheden voor de aanhef in een brief of e-mail.

Eén naam

De aanhef van een brief is van oorsprong een aanspreekvorm: eigenlijk schrijf je de lezer aan zoals je die ook persoonlijk zou begroeten. Dan is het veel gebruikelijker om ‘Dag mevrouw Jansen’ of ‘Hallo meneer Nguyen’ te zeggen, en niet: ‘Dag mevrouw Jansen-de Jong’ en ‘Hallo meneer Nguyen-Koopmeiners’.

De aanname is daarbij dat de eerste van de twee achternamen de naam is waarmee die persoon wil worden aangesproken – of dat nu iemands eigen naam of die van de partner is. Het was lange tijd heel gebruikelijk om alleen die eerste naam in de aanhef weer te geven. Dat ziet er – in het geval van mevrouw Jansen-de Jong en de heer Nguyen-Koopmeiners – dan bijvoorbeeld zo uit:

  • Beste mevrouw Jansen
  • Geachte heer Nguyen

Je komt deze manier van aanheffen nog steeds vaak tegen, maar het gebeurt ook vaak anders.  

Twee namen

Tegenwoordig zijn er steeds meer mensen met een dubbele achternaam die waarde hechten aan het gebruik van beide namen. Een aanhef met beide achternamen sluit daarbij aan en wordt steeds gebruikelijker.

Die modernere aanhef ziet er dan zo uit:

  • Beste mevrouw Jansen-de Jong
  • Geachte heer Nguyen-Koopmeiners

Je kunt niet altijd weten met welke naam iemand het liefst aangesproken en aangeschreven wil worden. Het is dan het ‘veiligst’ om een aanhef met een dubbele achternaam te gebruiken. De kans dat je daarmee aansluit bij de voorkeur van degene die je aanschrijft, is het grootst.

Als iemand zelf brieven ondertekent met één achternaam en niet met twee, dan kun je ervan uitgaan dat die achternaam de voorkeur heeft en kun je die ook in de aanhef gebruiken.

De variant met beide achternamen kun je ook goed gebruiken voor een aanhef aan beide partners:

  • Beste meneer en mevrouw Jansen-de Jong
  • Geachte heren Nguyen-Koopmeiners

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Verouderd: mevrouw (zonder achternaam)

Als je vroeger een naam als A.J. Jansen-de Jong zag staan, kon je ervan uitgaan dat het om een getrouwde vrouw ging. De aanhef werd dan altijd: Geachte mevrouw Jansen.

In oude titulatuurgidsen wordt soms nog aangeraden om vrouwen helemaal niet met hun naam aan te spreken in de aanhef. Een brief aan een vrouw moet dan beginnen met Geachte mevrouw – zonder achternaam. Deze ‘kale’ aanhef geldt inmiddels als erg ouderwets en volgens veel mensen zelfs als onbeleefd.

Daarnaast kun je er al enige tijd niet meer automatisch van uitgaan dat iemand met de naam Jansen-de Jong een vrouw is. Iederéén kan namelijk bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap de naam van diens partner aannemen.

Als je de persoon in kwestie verder niet kent en het gender ook niet, is het beter om te kiezen voor een aanhef als Geachte heer/mevrouw Jansen-de Jong, Geachte A.J. Jansen-de Jong of Beste Anne Jansen-de Jong. De vorm heer/mevrouw heeft daarbij als nadeel dat hij non-binaire personen uitsluit. Een aanhef met de voornaam of voorletters erin is dus genderinclusiever.

Op de envelop

Op de envelop staat meestal iemands volledige naam. Daar kun je dus het best beide achternamen op zetten: de geboortenaam en de naam van de partner, samen met de voorletters en eventueel titels en predicaten. Bijvoorbeeld: A.J. Jansen-de Jong, mevrouw A.J. Jansen-de Jong of dr. A.J. Jansen-de Jong.

Volgorde geboortenaam en naam partner

Overigens is aan een naam als A.J. Jansen-de Jong niet te zien of deze persoon van huis uit De Jong heet en getrouwd is met iemand die Jansen heet, of dat Jansen de geboortenaam is en De Jong de naam van de huwelijkspartner. Het is allebei mogelijk.

In 2024 heeft Onze Taal een enquête gehouden onder zo’n 300 mensen met een dubbele achternaam om hun voorkeuren te onderzoeken.

Bijna iedereen (96%) gebruikt maar één achternaam om zichzelf voor te stellen aan iemand of bij het opnemen van de telefoon. De meerderheid van de mensen (78%) wordt in het echte leven (op straat, bij de huisarts) dan ook het liefst aangesproken met een van hun beide namen (63% de eerste naam en 14% de tweede naam). Bijvoorbeeld: Dag mevrouw Bakker.

Voor schriftelijk verkeer gelden andere voorkeuren. Nog steeds een kleine meerderheid van de mensen gebruikt maar één achternaam om brieven en e-mails te onderteken (53%). Maar ruim een derde van de mensen (37%) ondertekent met beide achternamen. Van die groep ziet bijna twee derde (65%) die dubbele achternaam ook het liefst terug in de aanhef: Beste mevrouw Bakker-de Vries. 16% maakt het niet uit welke naam in de aanhef wordt gebruikt en 14% ziet liever alleen de eerste naam.

Ook over de hele linie is er een grote groep die het liefst met beide achternamen aangeschreven wordt (41%). In de praktijk komt de aanhef met dubbele achternaam ook redelijk vaak voor (32%), bijna net zo vaak als de aanhef met alleen de eerste naam (35%).

Opvallend genoeg wil een kwart van de mensen die een brief maar met één naam ondertekent, wel met beide achternamen worden aangeschreven.

Kies je in de aanhef dezelfde (enkele of dubbele) naam waarmee iemand zelf ondertekend heeft, dan volg je in 75% van de gevallen de voorkeur van de ontvanger – mensen die variërend ondertekenen en mensen zonder voorkeur niet meegerekend.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!