Elkaars is de bezitsvorm van het wederkerig voornaamwoord elkaar. Het betekent dus ‘van elkaar’.

In de Algemene Nederlandse Spraakkunst staan enkele voorbeeldzinnen met elkaars, zoals:

  • Walter en Maarten aten elkaars boterhammen op.
  • Ze schreven elkaars ouders een brief.

Je komt elkaars ook tegen in uitdrukkingen, zoals:

  • Ze zitten in elkaars vaarwater.
  • De buren zitten te veel op elkaars lip.
  • Die mensen zijn elkaars tegenpolen.
  • De partijen werden in elkaars armen gedreven.

Er bestaat ook een formelere, ouderwetse variant van elkaars: elkanders. Deze variant wordt soms een beetje grappend gebruikt: ‘Laten we elkanders tijd niet verspillen: aan het werk!’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag