De combinatie dodelijke slachtoffers komt in alle woordenboeken voor. Een slachtoffer is iemand die door een ongeluk, ramp of aanslag zwaar wordt getroffen. Een dodelijk slachtoffer overlijdt ten gevolge van zo’n vreselijke gebeurtenis.

Letterlijke betekenis dodelijk

Dodelijk betekent letterlijk ‘de dood veroorzakend’, zoals in een dodelijk ongeval. Dodelijke slachtoffers betekent echter niet ‘slachtoffers die de dood veroorzaken’. Het gaat om mensen die bij een ongeluk of aanslag zijn omgekomen – en zo wordt deze combinatie ook door iedereen begrepen.

Dat komt doordat bijvoeglijke naamwoorden (zoals dodelijk) niet altijd direct iets hoeven te zeggen over het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Ze kunnen ook betrekking hebben op iets wat verband houdt met dat zelfstandig naamwoord.

Dodelijke heeft in dodelijke slachtoffers eigenlijk betrekking op het ongeluk waardoor er doden zijn gevallen. Het is dus eigenlijk een ‘verkorting’ van slachtoffers van een dodelijk ongeluk of slachtoffers van een dodelijke aanslag.

Metonymisch gebruik

Dit gebruik van dodelijk wordt ‘metonymisch taalgebruik’ (of ‘indirect taalgebruik’) genoemd. Het is een gebruikelijk taalverschijnsel. Andere voorbeelden van metonymisch taalgebruik:

  • benauwd weer (weer waar je het benauwd van krijgt)
  • een blote jurk (jurk die veel bloot vel laat zien)
  • een chemische fabriek (een fabriek waarin chemische processen een belangrijke rol spelen)
  • een financieel adviseur (iemand die adviseert over financiële zaken)
  • hallucinerende middelen (middelen die bij de gebruikers hallucinaties veroorzaken)
  • een humanitaire ramp (een ramp die veel slachtoffers eist)
  • een lopend buffet (een buffet waarbij de gasten zichzelf (al lopend) bedienen); in Vlaanderen spreekt men ook wel van een wandelend buffet
  • gezond voedsel (voedsel dat de gezondheid bevordert)
  • een goedkope supermarkt (een supermarkt met goedkope artikelen)
  • een luie trap (een trap met een geringe helling)
  • een middelbare scholier (scholier op de middelbare school)
  • ongeschoolde arbeid (arbeid waarvoor het personeel geen vakopleiding gevolgd hoeft te hebben)
  • de paranormale beurs (beurs voor alles wat met het paranormale te maken heeft)
  • het stenen tijdperk (tijdperk waarin alleen werktuigen en gebruiksvoorwerpen van steen werden vervaardigd)
  • een strakke jongen (een jongen die strak in zijn vel zit)
  • een stralende dag (een dag waarop de zon volop schijnt)
  • een troosteloos landschap (een landschap waar je een troosteloos gevoel van krijgt)
  • een tropisch aquarium (een aquarium met tropische vissen)
  • vlijtige arbeid (arbeid die met vlijt wordt verricht)
  • een warme bakker (een bakker die met warmte werkt omdat hij zelf zijn brood bakt)

Voor combinaties als dodelijke slachtoffers (een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord) wordt ook wel de specifieke term hypallage gebruikt.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!