B1 staat meestal voor ‘duidelijke taal’. Je kunt het ook ‘heldere taal’ noemen, ‘klare taal’, ‘eenvoudig Nederlands’, ‘eenvoudige taal’, ‘direct duidelijke taal’ of ‘jip-en-janneketaal’.

Als het over teksten gaat, is met B1 of B1-niveau vaak bedoeld dat een tekst voor het grootste deel van de volwassen lezers begrijpelijk is. Wat het grootste deel is, ligt niet vast. De genoemde percentages variëren van 80% tot 90% van de lezers.

Soms wordt bij ‘eenvoudige taal’ speciaal aan laaggeletterden gedacht en bij ‘duidelijke taal’ aan een bredere doelgroep.

Taalniveau in een andere taal

Oorspronkelijk zegt B1-niveau niets over duidelijke teksten, maar over het niveau waarop iemand een vreemde taal beheerst. De term komt van de Raad van Europa, die een indeling heeft gemaakt van zes taalniveaus. Die indeling gaat van A1 (laagste niveau) tot C2 (hoogste niveau). De niveaus A1, A2, B1, B2, C1 en C2 hebben niet alleen betrekking op een vreemde taal kunnen lezen, maar ook op luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.

Het laagste niveau, A1, betekent dat je wat basiswoorden en -uitdrukkingen in een vreemde taal kent en bijvoorbeeld je naam en adres op de goede plaats invult op het inschrijfformulier van een hotel of camping.

Het niveau van bijvoorbeeld het eindexamen Engels is op vmbo-t en havo B1, en op het vwo B2. De Vlaamse eindtermen voor Frans en Engels vereisen in het tso en kso een A2- tot B1-niveau, en in het aso minimaal B1. De niveaus kunnen overigens per vaardigheid (luisteren, lezen, spreken, schrijven) verschillen. Zo kunnen vwo’ers voor Engelse of Duitse leesvaardigheid B2- tot C1-niveau bereiken.

B1 heeft dus eigenlijk betrekking op een redelijk gevorderd niveau in een vreemde taal. Voor je leesvaardigheid betekent dat bijvoorbeeld dat je teksten begrijpt waarin hoofdzakelijk veelvoorkomende, alledaagse woorden staan, of woorden die je in je werk heel vaak tegenkomt. Ook ben je in staat om de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven te volgen.

Deze indeling in taalniveaus heet het Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen (ERK). Zie het overzicht van wat je op welk taalniveau kan.

Schrijven ‘op B1-niveau’

Met schrijven op B1-niveau is dus in de praktijk ‘duidelijk schrijven’ bedoeld. Daarbij is zoveel mogelijk aansluiten bij het gewone taalgebruik het uitgangspunt.

Het belangrijkst is misschien nog wel de voorbereiding op het schrijven:

  • bedenk voor wie je schrijft en leef je in in je doelgroep (nog beter: voer gesprekken met leden van je doelgroep)
  • bepaal nauwkeurig wat je wilt overbrengen
  • bepaal nauwkeurig wat je verwacht van je lezer (wat moet de lezer na afloop doen of juist niet doen?)

Verder lezen over duidelijke taal

Op deze website vind je onder meer:

  • een overzicht van wat er komt kijken bij het schrijven van een duidelijke tekst
  • een checklist voor duidelijk schrijven
  • een checklist voor duidelijke alinea’s schrijven