Een zelfstandige zonder personeel is een zzp’er – met kleine letters, zonder punten, en met een apostrof voor het achtervoegsel -er. Het meervoud is zzp’ers.

Het achtervoegsel -er is eigenlijk overbodig. De voluit geschreven versie is immers niet iets als ‘zelfstandige zonder personeler’. Maar omdat iedereen een zelfstandige zonder personeel een zzp’er noemt, en niet een zzp, is dit toch de standaardvorm van het woord geworden. Vergelijkbare gevallen zijn bijvoorbeeld BN’er (‘bekende Nederlander’), rt’er (‘remedial teacher’) en ib’er (‘intern begeleider’): ook daarin is -er in feite overbodig.

Kleine letters, geen punten (zzp)

Zoals in de meeste afkortingen staan er in zzp geen punten. Die verschijnen vrijwel alleen in ‘echte afkortingen’, zoals p. (‘pagina’) en z.g.a.n. (‘zo goed als nieuw’), die nooit letter voor letter maar voluit worden uitgesproken – we zeggen dus meteen voluit de woorden waar de letters van de afkorting voor staan.

Hoofdletters zijn eveneens onjuist. Die worden alleen gebruikt in eigennamen (AZ, LUMC, VRT), in veel medische en technische termen (vaak (deels) uit andere talen afkomstig) (ADSL, ISBN), om onduidelijkheden te voorkomen (IT) en in een paar ingeburgerde gevallen (EHBO).

Een apostrof, geen streepje (zzp’er)

Zzp’er bestaat uit een afkorting en het achtervoegsel er. Zzper is niet juist. Je mag dit achtervoegsel namelijk niet zomaar aan de afkorting vast schrijven. Een achtervoegsel ‘plak’ je aan een afkorting vast met een apostrof. Het is zzp’er, net als EHBO’er, vmbo’er, sms’je en tv’tje. Dit zijn afleidingen.

Een koppelteken is verplicht in een samenstelling met een afkorting, zoals zzp-constructie, zzp-hypotheek, zzp-opdracht, zzp-pensioen, zzp-tarieven. Soms komt ook zzp’er in een samenstelling voor (met tussen-s): zzp’erslening, zzp’ersnieuws, zzp’erspensioen. Je kunt dan een streepje ter verduidelijking invoegen: zzp’ers-pensioen.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!