Pabo (‘pedagogische academie voor het basisonderwijs’) krijgt kleine letters. Het maakt niet uit of het om het type onderwijs of om de school gaat:

  • Wie lesgeeft in het basisonderwijs, moet een pabo-diploma hebben.
  • Het gebouw is tot 1996 in gebruik geweest als pabo.

Alle namen en afkortingen voor opleidingen en onderwijsvormen krijgen een kleine letter:

  • atheneum, gymnasium, lyceum, universiteit;
  • samenstellingen: basisschool, basisvorming, beroepsonderwijs, daltonschool, hogeschool, jenaplan, kunstacademie, leonardoschool, montessorionderwijs;
  • woordgroepen: bijzonder onderwijs, brede school, hoger onderwijs, lager onderwijs, middelbare school, openbare scholengemeenschap, primair onderwijs, secundair onderwijs, speciaal onderwijs, tweede fase, voortgezet onderwijs, vrije school;
  • letterwoorden (afkortingen die klinken als een gewoon woord): havo, mavo, pabo, heao;
  • initiaalwoorden (afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken): bso, hbo, lbo, lts, mbo, roc, tso, vmbo, vwo.

Alleen als zulke algemene woorden of afkortingen deel uitmaken van de eigennaam van een school of scholengemeenschap, kunnen ze een of meer hoofdletters krijgen. De naamgever van de school bepaalt namelijk de spelling van die eigennaam. Zo bestaan onder meer het Dalton Voorburg, de Fontys PABO Eindhoven, het Gymnasium Camphusianum, de Hogeschool van Amsterdam, het ROC Zadkine, de Universiteit Leiden en de Vrije School Texel.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Basisonderwijs: bo of b.o.

In afkortingen als bo (‘basisonderwijs’), aso (‘algemeen secundair onderwijs’), vo (‘voortgezet onderwijs’), ho (‘hoger onderwijs’) en wo (‘wetenschappelijk onderwijs’) zijn punten soms handig als er anders misverstanden kunnen ontstaan: b.o., a.s.o., v.o., h.o., w.o. In teksten waarin meer onderwijstermen voorkomen, is dat doorgaans niet nodig.

Zie voor meer uitleg over de keuze tussen hoofdletters en kleine letters bij afkortingen deze pagina.