Algemeen bekende medicijnen en geneesmiddelen worden als ‘gewone woorden’ beschouwd en met een kleine letter geschreven. Bijvoorbeeld aspirine, oxazepam, paracetamol, prozac en ibuprofen.

Merknamen

Merknamen van medicijnen krijgen wel een hoofdletter: Nasonex, Nattermann, Parnate, Seretide, Seroxat, Sterilon, Tamiflu, etc. Vaak bevatten die medicijnen een of meer werkzame stoffen, die dan weer met kleine letter worden geschreven. Zo bevat Seroxat de werkzame stof paroxetine en Seretide de stoffen salmeterol en fluticason.

Gewone woorden

Sommige merknamen worden in de loop van de tijd het algemene woord voor een type medicijn, ook als dat van een andere producent is. Dan verliest zo’n merknaam zijn hoofdletter, ook al zijn bedrijven daar meestal niet gelukkig mee. In het verleden is dit bijvoorbeeld gebeurd met het woord aspirine. Dergelijke algemene aanduidingen staan over het algemeen als ‘gewone woorden’ in een woordenboek, bijvoorbeeld in de driedelige Van Dale. Staat een medicijn daar niet in, dan bestaat de kans dat het om een merknaam gaat. Bij twijfel is een hoofdletter dan een veilige keuze.

Als een merknaam een gewoon woord wordt, noemt men dat ook wel ‘merkverwatering’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

  • acetylsalicylzuur
  • acyclovir
  • antibioticum
  • antidepressivum
  • aspirine
  • betahistine
  • codeïne
  • finasteride
  • fluoxetine
  • ibuprofen
  • omeprazol
  • oxazepam
  • paracetamol
  • paroxetine
  • pipemidinezuur
  • prednison
  • prozac
  • ritalin
  • salbutamol
  • temazepam