In kiezen tussen A en B komt er na het voorzetsel tussen iets meervoudigs, namelijk een constructie met en. Dat is goed, want na het voorzetsel tussen komt iets meervoudigs of een verzamelbegrip. Meer voorbeelden:

  • Mijn vader staat op de foto tussen zijn vader en zijn moeder.
  • Ik moest kiezen tussen twee uitersten.
  • Mijn broer staat op de foto tussen zijn vrienden.
  • Ik sta op de foto tussen mijn familie.
  • Ik sta op de foto tussen mijn flippoverzameling.

In kiezen tussen A of B gaat er iets fout, want A of B geen meervoud of meervoudig begrip. Waarschijnlijk is kiezen tussen A en B hier verhaspeld met kiezen voor A of B.

Kiezen tussen/uit

Als je het werkwoord kiezen combineert met de voorzetsels tussen of uit, moet daar iets meervoudigs of een verzamelbegrip op volgen. Bijvoorbeeld:

  • U kunt kiezen uit groen en blauw.
  • U kunt kiezen tussen groen en blauw.
  • U kunt kiezen uit verschillende kleuren.
  • U kunt kiezen tussen verschillende kleuren.

Kiezen voor

Na kiezen voor volgt meestal een enkelvoud of een constructie met of:

  • U kunt kiezen voor soep of salade.
  • U kunt kiezen voor één voorgerecht (van de twee).

Ook mogelijk is: ‘U kunt kiezen voor twee voorgerechten’ als bedoeld is dat uit een grotere verzameling voorgerechten er twee gekozen kunnen worden.

Andere formuleringen met kiezen zijn:

  • U kunt kiezen: soep of salade.
  • U kunt soep of salade kiezen.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!