Wat is juist: ‘Ik zal het meteen even doen’ of ‘Ik zal het gelijk even doen’?
Het is allebei juist. Meteen en gelijk hebben allebei de betekenissen ‘direct, onmiddellijk’ en ‘in één moeite door’.
In een informele zin als ‘Ik zal het gelijk even doen’ is gelijk al lange tijd gebruikelijk (zie ook het tabblad 'Achtergrond'). Desalniettemin zijn er mensen die het gebruik van gelijk als synoniem van meteen lelijk vinden. Zeker in formelere en zakelijke teksten wordt meteen nog steeds als de beste keus beschouwd. Een paar voorbeelden:
- Reis je alleen met handbagage, dan kun je gelijk doorlopen. (‘direct’)
- Reis je alleen met handbagage, dan kun je meteen doorlopen. (‘direct’)
- Als je toch naar de winkel gaat, neem dan gelijk een pak melk mee. (‘in één moeite door’)
- Als je toch naar de winkel gaat, neem dan meteen een pak melk mee. (‘in één moeite door’)
- Wij verzoeken u het openstaande bedrag meteen te betalen. (formele situatie; meteen past beter dan gelijk).
Gelijk = ‘tegelijk’
Gelijk kan naast ‘meteen’ ook ‘tegelijk’ betekenen. Meestal zal er geen verwarring zijn over wat er bedoeld is, maar een zin als ‘Zullen we gelijk vertrekken?’ kán dubbelzinnig zijn. Er kan namelijk zowel ‘meteen vertrekken’ als ‘tegelijk vertrekken’ bedoeld zijn. Als er verwarring kan ontstaan, is het het best om voor meteen of tegelijk te kiezen.
Er is trouwens weleens beweerd dat gelijk in de betekenis ‘meteen’ een germanisme zou zijn (een te letterlijke vertaling van het Duitse gleich), maar daarvoor bestaat geen enkele aanwijzing. De betekenis ‘meteen’ heeft zich in het Nederlands zelf ontwikkeld.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Gelijk wordt al lange tijd als synoniem van meteen gebruikt. Van Dale neemt het in deze betekenis al sinds de vierde druk (1898) op. In de vijfde druk (1914) is daarbij de aantekening ‘gewestelijk’ gezet, die tot en met de twaalfde editie (1992) gehandhaafd is. In de dertiende editie (1999) is die opmerking geschrapt. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) noemde bij gelijk de betekenis ‘onmiddellijk, terstond, meteen’ al in 1885 (deel IV, aflevering 8). In Nederland is dit gebruik van gelijk gebruikelijker dan in Vlaanderen.