Zowel ‘Dank je wel voor je inzet’ als ‘Dankjewel voor je inzet’ is juist, en dat geldt ook voor ‘Dank u wel voor uw inzet’ en ‘Dankuwel voor uw inzet.’

Oorspronkelijk waren dank je wel en dank u wel een soort zinnetjes: een verkorting van ik dank je wel en ik dank u wel. Dank je wel lijkt dan dus op formuleringen als (ik) dank je zeer en (ik) dank je hartelijk; dat zijn ook losse woorden.

Maar als uiting van dank zijn dankjewel en dankuwel gaandeweg samengesmolten tot één tussenwerpsel. Dat is bijvoorbeeld ook gebeurd bij alsjeblieft en alstublieft (‘als ’t je/u belieft’), dankzij, godbetert, vaarwel en weliswaar: ook dat zijn eigenlijk zinnetjes die tussenwerpsels zijn geworden.

Dank je, dank u, dank jullie

In dank je, dank u en dank jullie staan bij voorkeur spaties, maar zeker danku en dankje komen in de praktijk ook voor.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Dank jullie wel

Dank jullie wel komt minder vaak voor dan de varianten met je en u. In de praktijk wordt het meestal als losse woorden geschreven: ‘Dank jullie wel voor alle hulp!’ Toch kun je het ook in zijn geheel als een tussenwerpsel beschouwen en dus aan elkaar schrijven: ‘Dankjulliewel voor alle hulp!’ 

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Dank je (wel)

  • Dank je wel voor je inzet.
  • Dankjewel voor je inzet.
  • Nee zeg, dank je wel.
  • Nee zeg, dankjewel.
  • Ik ben er blij mee, dank je wel.
  • Ik ben er blij mee, dankjewel.
  • Ja, dank je.
  • Ja, dankje.
  • Nee, dank je.
  • Nee, dankje.
  • Dankje.
  • Dank je.

Dank u (wel)

  • Dank u wel voor de hulp.
  • Dankuwel voor de hulp.
  • Dank u voor het meelezen.
  • Danku voor het meelezen.
  • Heel vriendelijk, maar nee, dank u wel.
  • Heel vriendelijk, maar nee, dankuwel.
  • Ja, dank u.
  • Ja, danku.
  • Nee, dank u.
  • Nee, danku.

Dank jullie (wel)

  • Dank jullie wel voor alle hulp.
  • Dat hoeft niet, hoor, dank jullie wel.
  • Dank jullie!

Een dankuwel, het dankjewel, een dankjulliewel

Dankuwel, dankjewel en dankjulliewel komen ook voor als het-woorden, dus als zelfstandige naamwoorden. Dan komen er geen spaties tussen. Bijvoorbeeld: 

  • Na een hartelijk dankjewel namen we afscheid.
  • Een glimlach en een dankuwel doen meestal wonderen.
  • Een dik dankjulliewel voor iedereen!