Brei

Brei is een vorm van het werkwoord breien: ‘met breinaalden kledingstukken e.d. maken van (wollen of katoenen) draad’. Ook komt brei, als stam van breien, voor als eerste deel van samenstellingen met breien.

  • Ik brei het liefst met dikke naalden en grove wol.
  • Brei jij je sjaals zelf?
  • Ik ben blij als ik brei
  • Ik brei het wel recht (‘ik maak het wel weer in orde’).
  • Ik brei er maar eens een eind aan (‘ik rond het af’).
  • breinaald
  • breipatroon
  • breiwerk
  • breiwol

Brij

Brij is altijd een zelfstandig naamwoord: de brij. Het betekent van oorsprong ‘dikke pap’, maar tegenwoordig vaak ook figuurlijk ‘onsamenhangende hoeveelheid zonder duidelijke betekenis’.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail