Wat is juist: Sint Anna of Sint-Anna?
Juist is: Sint-Anna.
Achter Sint komt in principe altijd een streepje – of het nu om een aardrijkskundige naam gaat, om de naam van een heilige of om een woord dat die naam bevat: Sint-Antonius, Sint-Apollonia, Sint-Barbara, Sint-Bavokathedraal, Sint-Elizabethsvloed, Sint-Hubertuskapel, Sint-Jan, Sint-Job-in-’t-Goor, Sint-Mariekapel, Sint-Michielsgestel, Sint-Nicolaas, Sint-Niklaas, Sint-Oedenrode, enz. Ook als Sint wordt afgekort tot St., komt er een streepje: St.-Anna, St.-Jakobus.
Er zijn wel uitzonderingen. Verschillende plaatsnamen in Nederland die met Sint of St. beginnen, zijn op gemeenteniveau vastgelegd met een spatie na Sint, bijvoorbeeld Sint Annaparochie, Sint Hubert en St. Willebrord. Ook namen van kerken die met Sint beginnen, worden de ene keer met een streepje geschreven en de andere keer met een spatie.
Sint-Maarten/Sint Maarten
De naam Sint-Maarten krijgt een streepje als de heilige is bedoeld, en ook als het om zijn naamdag gaat (11 november). Voor het deel van het Caraïbische eiland dat tot het Koninkrijk der Nederlanden behoort, is de officiële spelling volgens de Nederlandse Taalunie ook Sint-Maarten, maar in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt het met een spatie gespeld: Sint Maarten. Voor Sint-Eustatius/Sint Eustatius geldt hetzelfde (zie ook daarvoor de Taalunie). Beide spellingen zijn bij deze eilanden dus verdedigbaar.
Er is overigens ook een dorp Sint Maarten in Noord-Holland. Die naam is vastgelegd met een spatie.
Kleine letter: sint-juttemis
‘Sinten’ die niet of nauwelijks (meer) naar een echte persoon verwijzen, krijgen een kleine letter: sint-andrieskruis, sint-bernardshond, sint-janskruid, sint-juttemis.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!