Freelance is volgens de woordenboeken een bijvoeglijk naamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden worden gewoonlijk los geschreven van het woord dat erop volgt: goede redacteur, snelle redacteur en dus ook freelance redacteur.

Maar veel uit het Engels geleende bijvoeglijke naamwoorden, zoals freelance, fulltime en online, kunnen ook deel uitmaken van een samenstelling: freelancecontract, freelancefotograaf, fulltimebaan, onlineverbinding. Freelanceredacteur kan dus ook.

Klemtoon en woordlengte

Het verschil tussen freelance redacteur en freelanceredacteur is enigszins te horen aan de klemtoon. In freelance redacteur krijgen beide woorden een eigen klemtoon. In freelanceredacteur ligt de klemtoon op het eerste woorddeel. Hoe langer de combinatie wordt, hoe meer de neiging bestaat om freelance (en fulltime, online, etc.) los te schrijven: freelance tijdschriftredacteur, fulltime belastingadviseur, online persoonlijkheidsadvies.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Herkomst van het woord freelance

Het Engelse woord free-lance betekende van oorsprong ‘vrije lans’ of ‘vrije lansier’. De term is in de negentiende eeuw geïntroduceerd door Sir Walter Scott in zijn bekende ridderroman Ivanhoe; hij duidde er middeleeuwse huursoldaten mee aan. Later werd de betekenis algemener: ‘iemand die zonder contract werkzaamheden voor een ander verricht’. Freelancer en freelance zijn beide in de jaren vijftig in het Nederlands terechtgekomen.