Waar komt ‘Het regent pijpestelen’ vandaan en wat wordt ermee bedoeld?
‘Het regent pijpestelen’ (ook goed: pijpenstelen; officieel móét het met tussen-n) wordt gezegd om aan te geven dat het flink regent. Het gaat dus niet om een licht buitje of wat motregen, maar om een langere periode waarin er flink wat water naar beneden komt.
Met pijpesteel wordt hier oorspronkelijk letterlijk de steel van een pijp (waarmee je kunt roken) bedoeld. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) moeten we daarbij aan een stenen tabakspijp denken, zoals de Goudse pijp. De steel hiervan is recht, lang en dun. ‘Het regent pijpestelen’ wil dus eigenlijk zeggen dat de regen in lange, dunne stralen naar beneden komt.
Er waren (en zijn) veel meer uitdrukkingen met ‘Het regent ...’ in gebruik die aangeven dat het hard regent, bijvoorbeeld:
- het regent koeiestaarten/koeienstaarten
- het regent mollejongen/mollenjongen (gezegd als de lucht zeer zwart is, zoals het vel van een mol)
- het regent scheermessen
- het regent telegraafdraden
- het regent stront (van de dijk)
- het regent pieken
- het regent bakstenen
- het regent oude wijven (met klompen)
- het regent katten en honden (een vertaling van het Engelse ‘It’s raining cats and dogs’)