Hebben de uitdrukkingen de pisang zijn en de sigaar zijn iets met elkaar te maken?
De pisang zijn en de sigaar zijn betekenen hetzelfde: ‘het slachtoffer zijn’, ‘degene zijn die het meest op z’n kop krijgt, die een rotklus moet doen, die de meeste pech heeft’, ‘de dupe zijn’.
Er zijn nog enkele andere uitdrukkingen met diezelfde betekenis, zoals de pineut zijn, de klos zijn en de sjaak zijn. De herkomst is niet in alle gevallen helemaal duidelijk.
De sigaar/pisang zijn
De sigaar zijn is nog niet zo oud: deze uitdrukking is aan het begin van de twintigste eeuw in gebruik gekomen. Varianten zijn de lul, de pik en de piel zijn. Met sigaar is in deze uitdrukking het mannelijk geslachtsdeel bedoeld. Mogelijk geldt dat ook voor pisang (‘banaan’) in de pisang zijn.
De pineut zijn
De herkomst van pineut in de pineut zijn is onbekend. De pineut zijn lijkt in de jaren 1940 in gebruik te zijn gekomen. Een van de oudste vindplaatsen is de Utrechtsche Studentenalmanak van 1936: “(...) en meteen was het prijs ook, dood, har[t]stikke de pineut!”
Misschien is het een verbastering van peanut, het Engelse woord voor ‘pinda’. In Amerikaans-Engelse straattaal kan peanut ook ‘onderdeurtje, onderkruipsel’ of ‘pietluttig persoon’ betekenen. Hoe de pineut zijn dezelfde betekenis heeft gekregen als de pisang zijn, is dan niet duidelijk.
Sommigen zien een verband met het Franse la pine, een straattaalwoord voor ‘lul, pik’, en met de uitdrukking rentrer la pine sous le bras: ‘terugkeren met je pik onder je arm’. Er wordt mee bedoeld dat je verslagen thuiskomt na een nederlaag of mislukking. Het probleem met deze verklaring is dat rentrer la pine sous le bras in Frankrijk straattaal is, die niet algemeen bekend lijkt. Het is onwaarschijnlijk dat een woord uit een niet erg bekende Franse uitdrukking in het Nederlands zou zijn terechtgekomen, en dan ook nog eens verbasterd zou zijn tot pineut.
De klos zijn
De klos zijn betekent eveneens ‘de dupe zijn’. Misschien wordt met klos eigenlijk ‘teelbal, kloot’ bedoeld, maar ook dit is niet zeker.
De sjaak zijn
In de jaren negentig kwam de sjaak zijn in gebruik. Ook deze uitdrukking betekent ‘de dupe zijn’. Het woord sjaak schijnt in jongerentaal ook ‘lul’ te kunnen betekenen, maar waar deze betekenis vandaan komt, is onbekend. Het zou kunnen dat de sjaak zijn in feite hetzelfde in elkaar zit als de sigaar zijn, de pisang zijn en de lul zijn.
Maar het is ook goed mogelijk dat het om de voornaam Sjaak gaat, een vernederlandsing van Jacques. Welke persoon of welk personage eigenlijk bedoeld is in de sjaak zijn, is niet bekend. Er is weleens geopperd dat dit Sjakie van Kooten is geweest, een personage uit de fllmreeks en de tv-serie Flodder. Sjakie was een sullige sociaal werker die door de familie Flodder telkens werd gebruikt om uit de problemen te komen, en die daarbij zelf vaak juist in de problemen kwam. Hij was dus vaak de sjaak. Ook qua tijd sluit dit aardig aan bij de opkomst van de uitdrukking in de jaren negentig: de serie over de familie Flodder was van 1993 tot 1999 op tv; de eerste Flodder-film is uit 1986.
Misschien is er een verband met je sjakes houden (‘je koest houden’), maar ook dat is niet meer dan een gok.
Sjaak komt trouwens sinds het begin van de eenentwintigste eeuw ook voor in de uitdrukking sjaak-afhaak zijn. Als je sjaak-afhaak bent, doe je ergens niet meer aan mee, ook al had je eerst gezegd dat juist wél te doen, of was dat iets waar anderen sowieso op rekenden. Je kunt het ook van jezelf zeggen, bijvoorbeeld: ‘Gaan jullie vooral gezellig nog iets drinken, maar ik ben vanavond sjaak afhaak, want ik moet morgen om vijf uur op.’
Meer lezen?
- F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923) over de pisang zijn
- Marc De Coster, Woordenboek van Populair Taalgebruik, over de sjaak zijn
- de Etymologiebank over pineut
- het Straattaalwoordenboek over sjaak
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!