Page 27 - OnzeTaal_sept2020_HR
P. 27

het hele Vlaamse taalgebied. Zoals een Nederlander ook   naar zogenoemde synoniemdefinities gekeken, waarbij
            wil weten: is dit standaardtaal, of wordt het alleen ge-  een bepaald begrip niet wordt omschreven, maar alleen
            bruikt onder een bepaald deel van de bevolking?   met een synoniem wordt uitgelegd. Zo staat tegenwoor-
                                                             dig het label ‘NL’ bij het Nederlands-Nederlandse woord
            KROELEN                                          vacaturestop, dat als omschrijving bij het Belgische aan-
            Van Dale hanteerde in de editie van 1986 deze labels:   wervingsstop staat.

            -  belg. dit begrip betekende voorheen ‘alleen in België   GESCHRAPT
               algemeen gebruikelijk’ (zoals confituur, dat in Neder-  Gelukkig komt er niet alleen handwerk te pas aan het
               land jam wordt genoemd). Vanaf 2005 betekent dat   vaststellen van de labels. De woordenboekredactie
               label ‘standaardtaal in België’. Als een trefwoord wel   baseert zich nu vooral op digitale tekstverzamelingen,
               algemeen gebruikt wordt in België, maar geen stan-  waarin na te gaan is welke woorden het meest in Belgi-
               daardtaal is, staat er een tweede label bij: ‘niet alge-  sche teksten staan, welke vooral in Nederlandse teksten
               meen’ of ‘spreektalig’. Zoals bij ingangsexamen: “BE;   voorkomen en welke overal even vaak. Op die manier
               spreektaal ‘toelatingsexamen’” en doorgaan: “BE;   kunnen de redacteuren nu wel veel sneller en gemakke-
               niet algemeen ‘plaatshebben’”.                lijker labels toekennen en verfijnen dan toen ze alle
            -  gew. ‘gewestelijk’ voor de echt streektalige woorden,   bronnen met de hand moesten uitvlooien.
               zoals lochting (‘tuin, hof’) en vijs (‘schroef’). Dit label      Toen ik bij Prisma de regiolabels reviseerde, heb ik
               bestaat nu niet meer. Het is vervangen door ‘spreek-  daar dankbaar gebruik van gemaakt. Bij sommige geval-
               taal’ of ‘niet algemeen’.                     len kon ik makkelijk een knoop doorhakken. Zo heb ik
                                                             pollepel het label ‘NL’ gegeven voor de betekenis ‘houten
            Maar toch was dit nog niet genoeg, want er moest ook   keukenlepel’, omdat dat woord in België iets anders
            nog iets bedacht worden voor woorden die alleen in    betekent. Het label ‘NL’ bij plusklas heb ik dan weer
            Nederland tot de standaardtaal behoren (zoals kroelen,   geschrapt, want dat kennen we in België intussen ook.
            ‘knuffelen’) of juist de woorden die weliswaar alleen in   Maar andere kwesties lieten meer ruimte voor twijfel.
            Nederland gebruikt worden, maar daar niet tot de stan-  Kennen wij in België echt het woord ritsen niet, zoals in
            daardtaal behoren (overnieuw bijvoorbeeld, als informele   de vorige editie van Prisma stond? En betekent serre in
            variant van opnieuw).                            Nederland wel hetzelfde als in België?
               Prisma kwam in 2009 als eerste met zo’n ‘NL’-label      Bij dat soort twijfelgevallen haalde ik de online tekst-
 ‘NL’, ‘Belg.’ of allebei?  voor Nederlands-Nederlandse woorden, in het woorden-  bestanden erbij: het krantencorpus GoPress (met Neder-
            boek Hedendaags Nederlands. Daarmee beoordeelde
                                                             landse en Belgische kranten) en de uitgebreide tekstcor-
            het woordenboek Belgisch-Nederlands en Nederlands-
                                                             pora OpenSonar en Corpus Hedendaags Nederlands (in
            Nederlands op een evenwaardige manier. Van Dale volg-  de laatste twee staan informelere varianten van Neder-
            de in 2015 met dat label ‘NL’.                   lands in België en Nederland). Als ik dan nog mijn twij-
               Maar hoe onderzoek je welke standaardtaal alleen in   fels had, schakelde ik mijn eigen panel in: collega’s en
            België voorkomt of juist alleen in Nederland? De Belgi-  kennissen die in een afgeschermde Facebookgroep hun
            sche Van Dale-hoofdredacteur Ruud Hendrickx vertelde   mening gaven over de woorden die ik hun voorlegde.
            in 2015 tijdens de presentatie van een nieuwe editie van      Met resultaat: ik heb bijvoorbeeld het label ‘NL’ toe-
            zijn woordenboek hoe de redactie te werk was gegaan.   gevoegd bij de definitie ‘glazen aanbouw aan een huis
            Die verwachtte onder groepstalen als het Bargoens veel   bij een tuin’ bij het trefwoord serre, want in België is een
            Nederlands-Nederlands tegen te komen, dus dergelijke   serre een veranda. Het label ‘NL’ heb ik juist geschrapt
            groepen werden het eerst onderzocht. Op die manier   bij ritsen, want dat bleek de doorsnee-Belg ook te kennen.
            kregen woorden als bajes (‘gevangenis’) en asjeweine   Soms was een aanpassing nodig omdat de realiteit veran-
            (‘weg, dood, kapot’) er het label ‘NL’ bij. Ook werd er   derd is. Zo heb ik het Belgische trefwoord aanpassingsklas
                                                             geschrapt, omdat het concept niet meer bestaat.
                                                                Ook in de toekomst zullen dit soort revisies nodig
                                                             blijven: er is nog een inhaalbeweging nodig, de realiteit
                                                             verandert en de taal evolueert mee.        


        Standaardtaal die alleen voorkomt in Nederland
        bankpas (BE ‘bankkaart’)                                    Standaardtaal die alleen voorkomt
        bockbier (‘zwaar, zoet, donker bier’)                       in Vlaanderen
        fruithapje (BE ‘fruitpap’)                                  aanwezigheidslijst (‘presentielijst’)
        prognosticeren (‘voorspellen, ramen’)                       bloemsuiker (NL ‘poedersuiker’)
        trimbaan (BE ‘fit-o-meter’)                                 confituur (NL ‘jam’)
                                                                    ouderdomsdeken (‘oudste in (dienst)jaren,
                                                                      oudste lid’)
                                                                    zona (‘gordelroos’)
                            Niet-standaardtaal die alleen
                            voorkomt in Nederland
                            abeluinig (‘stuntelig’)
                            gallemieze (naar de gallemieze             Niet-standaardtaal die alleen voorkomt     ONZE TAAL 2020  —  9
                              gaan: ‘kapotgaan’)                       in Vlaanderen
                            overnieuw (‘opnieuw’)                      alcoholieker (‘alcoholist’)
                            patjakker (‘smeerlap, patser’)             druivelaar (‘wijnstok’)
                            sacristein (‘koster’)                      marcelleke (‘mouwloos onderhemd’, NL ‘singlet’)
                                                                       mazout (‘stookolie’)
                                                                       papfles (‘zuigfles’)
                                                                                                                27
   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32