Page 17 - OnzeTaal_okt2020_HR
P. 17
om we geneigd zijn om naar het mes te verwijzen met Om te beginnen kent het Nederlandse voornaam-
hij en naar de wijn met het: mes is telbaar en wijn is een woord in het meervoud geen enkel geslachtsonder-
vloeistof. Verder terug, in 1998, gaf Els Ruijsendaal ook scheid: als je zegt ‘Ze hebben hen naar hun auto ge-
in Onze Taal onder de titel ‘De m/v in onze taal’ een bracht’, kun je niet zien of het over mannen of vrouwen
historisch overzicht van de veranderingen in het Neder- gaat. Hooguit weet je bij hen zeker dat het om levende
landse woordgeslacht, en Wim Zonneveld betwistte wezens gaat, maar het geslacht kun je er niet uit aflei-
daarop het hele nut van de woordgeslachten. den. Bovendien hebben voornaamwoorden behalve een
verwijzende functie ook een sterk inhoudelijke beteke-
ZELF ONTDEKKEN nis: ook al weet je dat het woord meisje onzijdig is (en je
Die verandering, en dan vooral de verdwijning van het dus het en zijn zou moeten gebruiken), na enige tijd heb
onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke woorden, je niet meer dat woord in je gedachten, maar de beteke-
blijkt al vele tientallen eeuwen geleden te zijn ingezet. nis (‘een jong vrouwelijk persoon’). Daardoor zul je snel
De vraag zou dus ook kunnen zijn: waarom moet dat al- zij en haar gebruiken. Maar voor zaakwoorden als wijn
lemaal zo lang duren? Waarom wordt het woordgeslacht (mannelijk) of melk (vrouwelijk) heb je dan weer geen
niet snel voor eens en voor altijd geregeld? enkel aanknopingspunt in de betekenis.
Het antwoord hierop volgt uit de manier waarop de
taal aan een volgende generatie wordt overgedragen. NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL
Elk kind moet behalve de grammatica van zijn taal alle Als het gaat om het vaststellen van het woordgeslacht,
woorden en hun eigenschappen afzonderlijk leren. Het staat iedere generatie dus voor een onmogelijke opgave.
is natuurlijk ondenkbaar dat ouders dit expliciet aan hun Het is al lastig om het verschil tussen onzijdig en ‘zijdig’
kinderen onderwijzen (‘Let op: het woord pop is vrouwe- te bepalen (je hebt alleen sterke aanwijzingen in het en-
lijk, maar auto is mannelijk!’). Het kind moet het alle- kelvoudige het en de), maar voor mannelijk of vrouwelijk
maal zelf ontdekken. heb je alleen zwakke indicaties, of – in het geval van
personen – een betekenisonderscheid (letterlijk mannen
Als het gaat om het vaststellen of vrouwen).
Het is allemaal nog problematischer voor volwasse-
van het woordgeslacht, staat nen die Nederlands als tweede taal leren. Die pikken al
die aanwijzingen niet zo automatisch op, waarschijnlijk
iedere generatie voor een omdat ze een heleboel andere dingen aan hun hoofd
hebben, waardoor ze zich – in tegenstelling tot kinderen
onmogelijke opgave. – ook nog eens afvragen wat nu eigenlijk het hele nut
van dat woordgeslacht is. Dat nut is beperkt: in een paar
gevallen lost het een dubbelzinnigheid op (het bos of de
bos), maar in de dagelijkse praktijk heb je er vrij weinig
Talen kunnen vier soorten aanwijzingen bevatten aan dat je weet dat een tomaat vrouwelijk is en een appel
voor de detectie van het woordgeslacht. Ten eerste kun- mannelijk.
nen woorden een uitgang hebben waaraan je het kunt Waarom verdwijnt het woordgeslacht dan niet binnen
zien; in veel talen zijn dat bijvoorbeeld naamvalsuitgan- een paar generaties? Dat ligt allereerst aan het sterke
gen. Het Nederlands heeft alleen een paar achtervoeg- verschil tussen de en het, waar elke generatie toch iets
sels (zoals -ster, -es of -tje), maar de meeste woorden mee moet. De taal zal streven naar het eenvoudigste
hebben helemaal geen geslachtsuitgang. Ten tweede kan systeem dat uit het taalgebruik af te leiden is. Daarnaast
een lidwoord een vorm hebben die het geslacht verraadt. zal de oude generatie zijn (pardon: haar) eigen systeem
Het huidige Nederlands kent hier alleen het verschil tus- proberen op te dringen via onderwijs of kritiek. En ten
sen de en het, en dan ook nog eens alleen in het enkel- slotte is er een zeker stabiliserend effect van het om-
voud. Het is het boek en de tekening, maar in het meer- vangrijke schriftelijke materiaal dat er bestaat.
voud is het de boeken en de tekeningen. Ook het onbepaald Het woordgeslacht zal naar verwachting dus nog
lidwoord vertoont in het Standaardnederlands geen ge- geruime tijd blijven schuren.
slachtsonderscheid: het is een boek en een tekening. Dia-
lecten hanteren hier nog vaker drie vormen (unne, un en
u, bijvoorbeeld).
BETEKENIS Wat is eigenlijk ‘woordgeslacht’?
Een derde aanwijzing voor een geslachtsonderscheid is
het bijvoeglijk naamwoord. Het Franse woord voor ‘mooi’ Het woordgeslacht (het Latijnse genus) is eigenlijk
heeft een mannelijke vorm (beau) en een vrouwelijke een soortindeling van woorden, meestal gebaseerd op
vorm (belle). Daaraan kan het Franse kind het woord- het geslachtsonderscheid tussen mannen en vrou-
geslacht van het bijbehorende woord afleiden. In het wen, maar ook vaak op het verschil tussen levend en
Nederlands heb je alleen het verschil tussen een mooi niet levend, en tussen concreet en abstract. Sommige
boek en een mooie tekening: een bijvoeglijk naamwoord talen hebben meer dan drie woordgeslachten.
bij een onzijdig, onbepaald woord krijgt in het enkelvoud Op school worden vaak het grammaticale geslacht
geen uitgang. Daar zou het kind onzijdigheid mee kunnen en het biologische geslacht onderscheiden, maar in de
bepalen, ware het niet dat er allerlei speciale gevallen praktijk loopt dit door elkaar. In een onderzoek asso- ONZE TAAL 2020 — 10
zijn (zoals een groot dichter of een maatschappelijk werker). cieerden Duitsers een plaatje van een sleutel meer
Deze drie aanwijzingen zijn dus vrij beperkt: het kind met eigenschappen als nuttig, hard, metaal, terwijl
kan er nauwelijks een verschil uit afleiden tussen man- Spanjaarden eerder aan mooi, klein en goud dachten.
nelijke en vrouwelijke woorden. Het zal het wat dat be- Het Duitse woord voor ‘sleutel’ is mannelijk en het
treft moeten doen met de vierde mogelijkheid: de voor- Spaanse is vrouwelijk. Ook het woordgeslacht van
naamwoordelijke verwijzing (hij, zij, het, hem, haar, zijn). zaakwoorden lijkt dus betekenis te hebben.
Maar dit blijkt een zwakke en problematische indicatie. 17