Page 27 - OnzeTaal_nov2019_HR
P. 27

RAARWOORD  GUUS MIDDAG

            Over opmerkelijke woorden, oud en nieuw.                                                        Kroniek van Neurenberg


            Eenenaloorders




                  r was eens een heel bijzonder volk, met heel lan-
                  ge oren – zó lang dat ze erin konden slapen. Als
            E het ’s avonds koud werd, sloegen ze hun oren als
            dekens om zich heen en sliepen zo, lekker warm, de hele
            nacht door. Er zijn ook mensen die beweren dat ze hun
            lange oren konden gebruiken als luchtzeilen, om door de
            lucht te vliegen. Ze worden al genoemd in heel oude
            boeken, dus misschien is er wel iets van waar. Maar de
            waarheid is ook dat nog nooit iemand ze met eigen ogen
            heeft gezien.                                                            Panotti, houtsnede uit 1493.
               De Romeinse schrijver Plinius (23-79 n.Chr.) vertelt
            erover in zijn Naturalis historia, waarin hij, als in een
            encyclopedie, zoveel mogelijk kennis heeft bijeenge-  een eilandengroep waar het orenvolk woonde: “de
            bracht. Volgens zijn bron, Xenophon van Lampsacus,   Panotii (‘al-oren’)”, die “hun verder geheel naakte
            zou het orenvolk ergens in het onbekende noorden van   lichamen volledig bedekken, zegt men, met hun eigen
            Europa wonen. Je had daar nog wel meer bijzondere vol-  bovenmaatse oren” (vertaling Joost van Gelder, Mark
            ken, zoals mensen die alleen vogeleieren en haver aten;   Nieuwenhuis en Ton Peters).
            de eilanden waar ze woonden, werden de Vogeleilanden      Panotii is afgeleid van het Griekse pan (‘geheel, alle’)
            (of, leuke woordspeling in het Nederlands, de Ei-landen)   en ous, tweede naamval otos, het Griekse woord voor
            genoemd. Op andere eilanden woonden mensen die niet   ‘oor’. Wat zou in het Nederlands een goede naam zijn
            met normale voeten ter wereld kwamen, maar met de   voor dit volk? De Oormannen? Het Langoorvolk? De
            hoeven van paarden. Hippopoden, ‘Paardenvoeters’,   Grootoorlingen? Jona Lendering noemt ze, in zijn ver-
            werden ze genoemd. En dan was daar in de buurt ook   taling van deze Plinius-passage, de Eenenaloorders.  




       YPE





























                                                                                                                  ONZE TAAL 2019  —  11












                                                                                                                27
   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32