Page 49 - 03 Onze Taal mei-juni THEMA Taal en dier 2025 HR
P. 49
Gastcolumn Dick de Vos
Vogeltaal in woord Foto: Annabel Oosteweeghel
en muziek
ogelen is tegenwoordig Dick de Vos is natuurgids en
cool, maar soms kom schrijver van verschillende
Vje nog mensen tegen natuur- en vogelboeken,
die schaterlachend ‘roepie- waaronder Wat zingt daar? en de
roepie’ roepen. Gelaten Canon van de Nederlandse natuur.
dulden we de grappen makers
totdat ze uitge lachen zijn om
hun eigen imitatie van Toon
Hermans. Maar waar vogels oeverloper juist als ‘optimi-
imiteren al lastig is, is tisch’. De grillige (capriccioso)
vogelgeluiden opschrijven dat zang van de roodborst klinkt
al helemaal – een stuk moeilijker atonaal – denk aan Messiaen
dan het fonetisch noteren van – terwijl de koolmees juist
Portugees of Chinees. Vogelsnavels zo eenvoudig zingt als een
brengen een taal voort waar we nog fanfare korps.
amper vat op hebben.
Toch zijn er bepaalde conventies Promoveren tot soortnaam
in de notering. Toonhoogte wordt zwarte mees ‘nat’ (slissend) en die Het is natuurlijk allemaal persoon-
meestal aangeduid met klinkers: van de geelgors ‘nasaal’. En raven lijk. De korrelige zang van de
van laag naar hoog zijn het oe - uu hebben vaak ‘klokkende’ geluiden. grasmus doet mij altijd denken
- aa - ee - ie. Een abrupt begin of Maar die anatomische vergelijkin- aan de doordronken stem van Rod
eind wordt met een p, t of k aange- gen schieten al snel tekort en Stewart. En de nasale zang van
duid. Een beetje subjectief blijft die daarom putten we ook uit een de groenling vind ik lijken op het
interpretatie van geluiden wel. Zo andere bron: de muziek. De zachte geluid waarmee kinderen raceauto’s
klinkt de alarmroep van de grote oe-klanken van de verschillende nadoen.
bonte specht in mijn oren als tjik, duivensoorten lijken sterk op Een enkele keer slaat zo’n
maar anderen noteren kik of kiek. houten blaasinstrumenten. De associatie aan en kristalliseert
Ritme en snelheid geven we aan met strofen van de nachtegaal klinken dan tot ezelsbruggetje. Klassiekers
leestekens. Kraa, kraa, kraa (zwarte zo zuiver ‘als orgeltonen’; de hoge, zijn het ‘fietspompje’ (de koolmees)
kraai) is langzamer dan dwie-dwie- heldere zang van de heggenmus is en de ‘Vijfde van Beethoven’ –
dwie-dwie (boomklever) of trrrrr ‘metalig’ als een zilveren trompetje. sprekend de zang van de geelgors:
(winterkoning). En hoofdletters Zelfs het slagwerk ontbreekt niet. pam-pam-pam-pòòòòòmmm.
geven het volume aan: jidudiDIE- De drukke zang van de rietzanger Soms promoveert zo’n ezels-
dliow (wielewaal). doet denken aan een drumstelletje, bruggetje zelfs tot soortnaam. De
compleet met af en toe een slag op braamsluiper, genoemd naar zijn
Slag op de bekkens de bekkens. gedrag en leefgebied, heette vroeger
Toonhoogte, volume, ritme en Ook muziektermen komen molenaartje: zijn ratelende zang
snelheid zijn allemaal nog meetbare van pas. De pimpelmees zingt deed denken aan het droge geluid
grootheden. Moeilijker wordt het allegro (‘opgewekt’), de fitis dolente van een houten molentje. Hoe de
om de klankkleur te beschrijven. (‘klaaglijk’) en de groene specht tijden veranderen, blijkt uit een
Hiervoor grijpen we naar vergelij- scherzando (‘schertsend’). De recente bijnaam: mitrailleurtje. Ik
kingen en associaties. Om te dalende tonen van de boom- hoop eigenlijk niet dat dat een
beginnen met ons eigen spraak- leeuwerik ervaren we als ‘wee- blijvertje is. Dan toch maar liever
orgaan. Zo klinkt de zang van de moedig’ en de stijgende van de braamsluiper. ■
O n z e Ta a l 4949
Onze Taal
2
5
:
2
1
0
9
-
OT_0325_49 Gastcolumn Dick de Vos.indd 49
O T _ 0 3 2 5 _ 4 9 G a st co l u m n D i ck d e V o s. i n d d 4 9 2 29-04-2025 10:27 7
0
2
0
4
-