Page 21 - Onze Taal _mei2019_HR
P. 21
’s krijgt (hobby’s). En het blijkt nuttig om te weten dat Klopt, je hebt ook nog heten, dunken en voorkomen. Daar-
een professor ‘één fiets en twee sokken’ heeft, anders om luidt het volledige ezelsbruggetje ‘zwobbels + hdv’,
schrijf je misschien per ongeluk proffesor. Ook de mede- wat wel weer iets lastiger te onthouden is. Sommige
deling ‘Ik lust geen t(hee) als je achter me staat’ blijkt leraren lossen dit op door de leerlingen zelf de aanvul-
handig om te onthouden dat een persoonsvorm gevolgd ling te laten maken. “Dit jaar doet V2 het met ‘de hoeren
door het onderwerp je geen -t krijgt (niet ‘Wordt je vereniging’”, merkt een lerares op, en voegt eraan toe:
boos?’ maar ‘Word je boos?’). En met ‘gado gado’ kun je “Als ze het maar onthouden.” Leerlingen zelf ezelsbrug-
onthouden dat bij ‘gelijkheid’ (g) het woord als (a) hoort, getjes laten maken blijkt toch al een populaire manier
terwijl dan (d) over ‘ongelijkheid’ (o) gaat: het is even om de stof beter te laten beklijven. Veel leraren passen
groot als en groter dan. dit toe.
ZWOBBELS STAPPENPLANNEN
“Ik leerde vroeger dat sterke werkwoorden zó sterk zijn Worden ezelsbruggetjes veel bij spelling en grammatica
dat ze zichzelf kunnen veranderen. Maar ik vond in toegepast, bij andere onderdelen (bijvoorbeeld bij het
groep 6 dat jezelf blijven en je niet laten veranderen schrijfonderwijs) heb je meer stappenplannen. Een ty-
sterker was. Dus kon ik nooit onthouden welke naam pisch ezelsbruggetje is bijvoorbeeld dat van de ‘smalle
nou waarbij hoorde. Tot zover het nut van ezelsbrugge-
tjes in mijn leven”, verzucht een lerares. Daarmee on-
derstreept ze dat ezelsbruggetjes ook vaak misgaan. Dat “Het is net een formule van
geldt vooral voor de grammaticale vuistregels. ‘Wie/wat
+ pv + gezegde’ is een notoir voorbeeld van zo’n trucje. wiskunde,” zei een leerling,
In een zin als ‘Boer zoekt vrouw’ zoek je eerst de per-
soonsvorm en het gezegde (dat is allebei zoekt; daar is “daar snap ik ook al niks van.”
natuurlijk weer een ander trucje voor), en dan vraag je
‘Wie/wat + zoekt?’, en dan zou het antwoord boer moe-
ten zijn en dat is dan het onderwerp. “Het is net een garage’, voor de volgorde in werkwoordelijke groepen als
formule van wiskunde,” zei een leerling van een van de zouden willen kunnen zwemmen. Daar kun je steeds een
leraren, “daar snap ik ook al niks van.” werkwoord van ‘weg laten rijden’ (willen kunnen zwem-
Het populairste ezelsbruggetje in de grammatica men, kunnen zwemmen, zwemmen). “Een stappenplan
blijkt een soort halffabricaat. Het is ‘zwobbels’, waarvan vind ik iets heel anders”, zegt een van de leraren. “Dat
de medeklinkers de beginletters vormen van de koppel- gebruik ik vooral als ze voor het eerst iets doen. Na een
werkwoorden zijn, worden, blijven, blijken, lijken en schij- tijdje is het stappenplan niet meer nodig en doorlopen
nen. Maar er waren toch negen koppelwerkwoorden? ze de stappen vanzelf.” Voor het schrijfonderwijs heb je
bijvoorbeeld het volgende stappenplan: ‘1. Bedenk een
titel. 2. Schrijf de inleiding. 3. Schrijf een middenstuk.
4. Schrijf een slot. 5. Controleer op spelling en formule-
Van ‘kofschip’ tot ‘xtc-koffieshop’ ring.’ En er zijn er nog meer.
De regel van ‘’t kofschip’ heeft in de ruim anderhalve eeuw STEIGERS
van zijn bestaan diverse opknapbeurten ondergaan. In de De hamvraag is natuurlijk: waarom blijven de leraren in
oorspronkelijke versie uit 1859 (waarschijnlijk van taalkun- het voortgezet onderwijs die vermaledijde ezelsbrugge-
dige Lammert te Winkel) luidde het ezelsbruggetje voluit tjes toch gewoon gebruiken? Daar blijken drie redenen
‘het kofschip’. Te Winkel beschouwde de h óók als een van voor te zijn. De eerste is dat ze willen aanknopen bij
de scherpe medeklinkers die via dit ezelsbruggetje onthou- kennis die leerlingen op de basisschool hebben opge-
den moesten worden. Dit werd door zijn navolgers niet daan. “Alle metaforen en ezelsbruggetjes van de basis-
meer zo gevoeld, zodat zij het inkortten tot ‘’t kofschip’. school zijn heilig bij kinderen”, aldus een van de lera-
Eind negentiende eeuw klaagde de letterkundige en leraar ren.
Taco de Beer nog dat kandidaten op een examen dachten De tweede reden is tijdgebrek. Ezelsbruggetjes zijn
dat de medeklinker sch in ’t kofschip zat, maar hij verzon snel en handig, en je hoeft er niet al te lang over na te
geen nieuwe vorm. denken. Moeilijke uitzonderingen blijven zo wel uit
Dat deden anderen wel. In de twintigste eeuw dook ook beeld, maar die komen toch niet zo vaak voor. Ten slotte
‘’t fokschaap’ op als verbetering, omdat leerlingen bij woor- gebruiken leraren ezelsbruggetjes, en vooral stappen-
den als snoeien redeneerden dat de i in ’t kofschip zat, en dus plannen, als opstapje naar een uitgebreidere uitleg. In
gesnoeit spelden. Aan het einde van de twintigste eeuw wer- de moderne didactische literatuur heet dit ‘scaffolding’:
den de gekste alternatieven bedacht. Omdat leerlingen de het plaatsen van steigers (‘scaffolds’) om het bouwen
klanken als letters interpreteerden, werd geconstateerd dat aan vaardigheden en inzicht te vergemakkelijken.
er eigenlijk een x bij zou moeten, zodat er ‘’t sexy fok- Dat beeld van die steigers onderstreept ook wel zo’n
schaap’ van gemaakt werd. Anderen merkten op dat de leer- beetje de opvatting van veel leraren ten aanzien van
lingen de t uit ’t vaak over het hoofd zagen, zodat de be- deze middelen: bij de oplevering van het uiteindelijke
hoefte ontstond aan een woord waar de t in zat. Zo ont- bouwwerk moeten de steigers wel afgebroken zijn.
stond ‘uitschuifpik’, dat echter om andere redenen een twij- Anders is het geen gezicht.
felachtige reputatie genoot, en ook ‘xtc-koffieshop’, dat nog ONZE TAAL 2019 — 5
als voordeel had dat de c (gestuct) en de sh (gepusht) erin
zaten, maar als nadeel dat de ch (gekucht) uit de losse let-
ters c en h moest worden samengesteld.
Het gevolg is dat alle varianten tegenwoordig in gebruik
zijn. Er bestaat zelfs een sexy-fokschaap-spel, een bordspel
dat onder leraren Nederlands circuleert.
21
SCHOOLVAK NEDERLANDS