Page 25 - OnzeTaal_jul_aug2021
P. 25
VERTAALTAAL TEKSTSNIJDERS
Hispanist, literatuurrecensent en vertaler
Maarten Steenmeijer bekijkt maandelijks wat
er gebeurt als er vertaald wordt.
Mistvorming
r is een ongeschreven vertaalwet die zegt dat je
wat moeilijk is in het origineel niet makkelijk Eerste woorden
E mag maken in de vertaling. Doe je dat wél, dan
ben je niet aan het vertalen maar aan het bewerken.
Niks mis mee, maar dat is een ander vak.
Omgekeerd zou je wat moeilijk is in de oorspronke- anneer is je fascinatie voor taal eigenlijk begon-
lijke tekst niet moeilijker mogen maken in de vertaling. nen?, vragen mensen mij weleens als ik ze op
Toch gebeurt dit nogal eens. Zo kwam ik in de bundel W straat passeer.
De democratie denken van de Franse historicus-filosoof Dan schreeuw ik altijd terug (want ik loop vrij hard
Pierre Rosanvallon dit soort formuleringen tegen: door): die is eigenlijk nooit begonnen! Dat is voor mij ook
“Vandaar dat ontgoochelingen steeds de verwachtingen het hele idee van taal, die is … Wat ik daarna schreeuw,
vergezelden die de breuk met de werelden van onder- horen mensen dan al niet meer, want dan ben ik alweer in
geschiktheid en despotisme had gewekt.” Zo’n opeen- het volgende dorp. En dat is jammer, want daardoor is
stapeling van abstracte termen vormt een dichte mist het me nooit echt gelukt om goed antwoord te geven. Als
die het zicht op de betekenis ontneemt. columnist van Onze Taal is die mogelijkheid er natuurlijk
Ook in de intrigerende novelle Een episode uit het leven wel, voornamelijk ook omdat je gewoon niet zo snel door
van een landschapsschilder van de Argentijnse schrijver kunt lopen zonder typfouten te maken. Dus om mijn ant-
César Aira staan passages waarin de mist rond de ab- woord hier te vervolgen:
stracte termen maar niet wil optrekken, ook niet na een … er altijd. Je kunt ook zeggen: mijn fascinatie voor taal
paar maal lezen. Een voorbeeld (dat, voor alle duidelijk- moet nog beginnen, of was er gewoon altijd al. Ik weet nog
heid, niet representatief is voor de kwaliteit van de ver- dat ik het fenomeen ‘eerste woordjes’ als baby al fascine-
taling): “De orde zat impliciet in de fenomenologische rend vond bijvoorbeeld. Mijn eerste woordje was mama,
onthulling van de wereld, de dingen ontleenden hun voor de eerste persoon die ik zag. Mijn tweede woord was
vorm aan de ordenende kracht van het betoog.” Ook in papa, die stond ernaast. En mijn derde woord was tata, mijn
de autobiografische roman Ordesa van de Spaanse schrij- benaming voor een eventuele non-binaire ouder. Maar die
ver Manuel Vilas vallen de mistflarden des te meer op was er niet. Niet veel later hebben handige staaljongens
omdat de vertaling verder juist uitblinkt in helderheid. mijn woord gestolen en dat werd copy-paste hun bedrijfs-
Wat is “een atavistisch decanteerproces van het bloed”? naam, Tata Steel (ze hebben zich, zo valt uit het nieuws op
En wat moet je je voorstellen bij het woord manifestatie te maken, inmiddels succesvol toegelegd op luchtvervui-
in de volgende zin: “Want in het skelet zitten ambitie, ling).
manifestatie en opstandigheid”? De taal is voor mij ook nooit een doel op zich geweest,
Zoals Paul Claes stelt in zijn leerzame boekje Gouden eerder een middel om me inhoudelijk met bepaalde onder-
vertaalregels: Nederlandstaligen gebruiken minder ab- werpen bezig te kunnen houden.
stracte formuleringen dan bijvoorbeeld Frans- en En- Waar ik als baby indertijd bijvoorbeeld vaak over sprak
gelstaligen. Idiomatische aanpassingen zijn daarom was dada, de bekende kunststroming waar later het surrea-
noodzakelijk. Zelfs in eenvoudige zinnetjes als “Elle va lisme uit voortgekomen is. Dada was een pleitbezorger van
découvrir la vérité” en “A kind of panic seized me” is het irrationele en daar was ik destijds ook veel mee bezig.
het verstandig om uit te wijken naar andere constructies Daarnaast sprak het anarchistische van dada me erg aan.
(Claes: “Ze komt er wel achter” en “Ik raakte enigszins Alles moest kapot, bestaande structuren, instituties, mijn
in paniek”). In filosofische teksten of passages is die rammelaar. Een ander geliefd gespreksonderwerp uit mijn
noodzaak nog groter omdat daarin niet alleen de stijl begintijd was de dodo, de uitgestorven vogel. Een vogel die
van de tekst in het geding is, maar ook het begrip ervan. zich alleen lopend kon verplaatsen, een gigantische duif
‘Een soort van paniek beving me’ is weliswaar niet goed van één meter hoog met te kleine vleugels; daar raakte ik
geformuleerd, je snapt wel wat er staat. Maar de mist niet over uitgepraat – had ik het niet over dada begon ik
rond formuleringen als “een atavistisch decanteerpro- over de dodo.
ces van het bloed” blijft maar hangen en ontneemt je Ik begon me ongeveer tegelijkertijd ook met poëzie bezig
het zicht op de betekenis. te houden. Een assemblage van mijn interesses valt terug
te lezen in dit gedicht uit dezelfde periode:
MAARTEN STEENMEIJER Mama mama papa
Papa tata
Tata dada ONZE TAAL 2021 — 7/8
Dada dada dodo
Hij heeft gepoept
(Laatste regel waarschijnlijk apocrief.)
RONALD SNIJDERS 25