Page 21 - OnzeTaal_jul_aug2021
P. 21

REGISTER  GUUS MIDDAG

            Over opmerkelijk taalgebruik.



            Droomwoorden







                k had nooit gedacht dat ik nog eens in het openbaar
                over mijn erotische dromen zou vertellen. Maar
            I voor de taalkunde moeten we soms iets overhebben.
            In mijn droom had ik, hoe zeg je dat, een ontmoeting
            met een vrouw. Zij was een bekende Nederlandse, van
            wie ik wist dat zij op vrouwen viel. Eerst liep ze voor me,
            op een rustig veldweggetje. Maar toen vertraagde ze haar
            pas, zodat ik vanzelf tegen haar aan liep. Ze draaide zich
            half naar mij om en drong zich zo aan mij op, en vroeg
            toen: “Zullen wij een chommeke maken?”
               Het was een niet-bestaand woord, maar in mijn
            droom wist ik dat ‘tsjommeke’, zoals zij het uitsprak,                                             Illustratie: Aleid Landeweerd
            volgens de boeken geschreven moest worden als chom-
            meke. Ik begreep ook dat het een ander woord was
            voor ‘kindje’, met de goedmoedige gevoelswaarde van
            ‘hummeltje’, ‘beestje’, ‘menneke’. En ik voelde in mijn
            droom ook al meteen een mogelijke etymologische ver-
            klaring. Chomme zou heel goed een verbastering van het
            Franse woord homme (‘mens’) kunnen zijn. Chommeke
            was dan de verkleinvorm daarvan: ‘mensje’, ‘kleine,
            jonge, nieuwe mens’.

            GLIMP
            Voordat ik die taalkundige afleiding in mijn droom nader   vuur). De volgende dag ging ik op onderzoek uit, maar
            kon onderzoeken, leek het mij goed om mijn BN’ster   er was niemand die het begrip kende, ook de brandweer
            eerst even netjes te antwoorden. Ik wilde nee zeggen op   niet.
            haar verzoek, maar niet te bruusk, dus ik vroeg: “Maar      Brandage is een niet-bestaand woord. Maar volgens
            zouden wij bij elkaar passen, denk je?” Zij vond verras-  onze taalregels zou het wel kúnnen bestaan. En het
            send genoeg van wel, en bleef herhalen dat het haar een   klinkt, al zeg ik het zelf, prachtig. Het is een woord met
            goed plan leek. Toen vertelde ik haar naar waarheid dat   uitstraling, een woord van stand. ‘Kom je vanavond bij
            ik al een ander had – en daarna loste het beeld van het   mij dineren?’ ‘Nee, excuus, ik heb brandage.’ Door zijn
            veldweggetje op, en werd ik wakker, ’s nachts om kwart   Franse voorkomen krijgt brandage meteen een zekere
            voor drie.                                       grandeur – de grandeur van een chateau met een chauf-
               Hoe de bekende NL’se in mijn droom was beland, kon   feur en een garage. Lees deze zin hardop, en je gaat het
            ik wel verklaren: ik had haar de avond voor de droom   woord garage vanzelf veel Franser uitspreken dan nor-
            nog op tv gezien. Maar hoe kwam ik nu aan dat in geen   maal. Ik weet niet of er een naam voor dit verschijnsel
            enkel taalkundig naslagwerk terug te vinden woord   bestaat. Laten we het ‘fransosisme’ noemen: de neiging
            chommeke, inclusief spellingvoorschrift en eerste ety-  van Nederlanders om chiquer en aanstelleriger te gaan
            mologische vermoedens? Geen idee. Zou er buiten onze   praten (en af en toe met een hoge stem ‘olala!’ te roe-
            dagelijkse waarneming nog een andere taal bestaan,    pen) naarmate er meer Franse woorden in de buurt zijn.
            ergens in ons onder- of onbewuste, of in de wereld van   Het hoogtepunt van hedendaags fransosisme is de op
            onze dromen, met nieuwe, maar in die andere werkelijk-  internet beroemd geworden scène uit Flabber TV waarin
            heid volkomen vanzelfsprekend door ons te begrijpen   een cultureel enigszins omhooggevallen dame op een
            woorden? Het is een opwindend idee: elke nacht schie-  kunstbeurs in een context van diadeem, antiquair en
            ten er volslagen onbekende woorden door onze hoofden   galerie het woord stellage uitspreekt. Nooit klonk een
            heen. Een onzichtbare taal waarvan wij alleen af en toe   woord zo Frans, om niet te zeggen fransosig: ‘zjtèl-
            een glimp kunnen opvangen, op het moment van ont-  lááz-zje’. (Zie YouTube, zoekterm ‘stellage’.)
            waken.                                              Iets van deze grandeur voelde ik ook op mij afstralen
                                                             toen ik midden in de nacht, in mijn armzalige tenue de
            GRANDEUR                                         nuit, nog half in dromenland, in het duister staarde en
            Een week later gebeurde er weer zoiets. Opnieuw werd    hoorde: “Alle leden moeten bereid zijn brandage te ver-  ONZE TAAL 2021  —  7/8
            ik midden in de nacht wakker. In mijn ontwakende    richten.” Het klonk plechtig. Het is mijn plicht, dat wist
            bewustzijn klonk nog deze zin na: “Alle leden moeten   ik meteen. Maar het voelde zeker ook als een grote eer.
            bereid zijn brandage te verrichten.” Op dat moment wist   Nooit zal ik mij onttrekken aan de brandage.
            ik precies wat ik daarmee bedoelde, en daarom schreef      Brandage, chommeke: het zijn de eerste twee lemma’s
            ik het meteen op. Brandage is een ander woord voor   van een boek waarvan ik soms, maar dan overdag,
            ‘branddienst’, dat is: wachtlopen op een brandwacht-  weleens droom: een woordenboek van niet-bestaande
            toren (en alarm slaan bij het signaleren van rook of   woorden.                                    21
   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26