Page 23 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 23

aan. Chimi is gedestilleerd uit het Surinaamse woord    betekenis van smoddermuil van het gezichtje naar het
            pikin (uitspraak: ‘pie-tsjien’), dat ‘klein’, maar ook ‘lief’   hele meisje aan wie het gezichtje toebehoorde. Volgens
            betekent. Chimi betekent ‘liefje, schatje’. Net als habibi   het WNT betekent het dan ook: “meisje dat genegen is
            trouwens, maar dat komt uit het Arabisch. Er zijn dus   tot kussen of dat men gaarne zou willen kussen; bekoor-
            veel geleende woorden als het om geliefden gaat.  lijk meisje, liefje”. Het woord snoes heeft ook met ie-
                                                             mands gezicht te maken, want dat komt waarschijnlijk
            WAARDEVOL BEZIT                                  van een oud woord voor snoet (dat al wat vriendelijker
            Het woord dat bij geliefden, jong en oud, altijd en overal   klinkt dan muil). Dat werd vroeger eerst alleen liefko-
            weer terugkomt, is schat. Het Woordenboek der Nederland-  zend gezegd tegen kleine kinderen die een lief gezichtje
            sche Taal (WNT) beschrijft het als: “Iemand die een an-  hadden, maar later ook tegen vrouwen die er mooi en
            der bijzonder na aan het hart ligt, t.w. zijn vrouw, zijn   lief uitzagen.
            geliefde, zijn kind; minder vaak de man in den mond van
            de vrouw of het meisje. In den regel als aanspraak.” In   BOUT
            de zeventiende eeuw gebruikte Vondel het bijvoorbeeld   In schattebout zit bout. Dat kennen we uit woorden als
            al: “Nu ghy behouden sijt, is al mijn leed vergeten,    kippenbout en eendenbout: een lekker hapje op ons bord.
            Mijn trouwe bruydegom, mijn hoofd, mijn troost, mijn   Bout is volgens het WNT een “deel van het dierlijk li-
            schat.” Schat betekende eigenlijk ‘waardevol bezit’ en    chaam”, vooral een gedeelte van de poot net boven de
                                                             knie, met behoorlijk wat vlees eraan. Vervolgens werd
               Verkleinen werkt altijd                       het woord ook gebruikt om mollige vrouwen- en kinder-
                                                             benen te benoemen. En daarna verschoof, net als bij
               erg goed om geliefden                         smoddermuil, die ‘lichaamsdeel’-betekenis van bout en
                                                             boutje naar iemand die er lief, lekker of schattig uitziet,
               nog liever te maken –                         en toen was het versterkende schattebout gauw gevormd.
                                                             Dat woord doet het nog steeds goed.
                                                               Daarnaast heb je natuurlijk ook nog allerlei regionale
               zie schatje en hartje.                          verschillen. In Vlaanderen is lief dus heel gewoon (en
                                                             lieveke trouwens ook, en bolleke en zoeteke), terwijl in
                                                             Nederland liefje gebruikelijker is. Binnen Nederland zijn
            in eerste instantie ging het dan vooral om concrete    er ook veel verschillen. Oelepetoetje en apegatje zouden
            bezittingen, zoals geld, vee en goud. Maar bezit kan    typisch Amsterdams zijn. In Groningen bijvoorbeeld
            natuurlijk ook figuurlijk zijn: vandaar dat je het woord   wordt lieverd vooral in klank vervormd en zeg je ‘laiverd’
            ook metaforisch kunt gebruiken voor mensen die voor   of ‘loiverd’. Maar je kunt het daar ook over je ‘wichie’
            jou een grote rijkdom vertegenwoordigen.         hebben als het over je meisje gaat. En in Limburg heb
               Ook de koosnaam lief (‘geliefde, beminde’) wordt al   je sjattepoemel, poemelke of pumelke voor ‘schatje’.
            eeuwen gebruikt. In het WNT staat een mooi citaat van      In ieder stadje een ander schatje dus, maar schatje
            Stijn Streuvels (1903): “Van al de bloemkes … Weet ik    geldt voor alle stadjes.           
            er geen een te noemen Lieflijk als mijn liefs gelaat.”
            Tegenwoordig hoor je lief niet meer zo heel vaak in
            Nederland, net zomin als mooie samenstellingen als
            hartelief en zoetelief, maar in Vlaanderen is lief heel ge-
 Dushi, bae en schattebout  bruikelijk. Liefje is in Nederland wél heel gewoon. Ver-  Nog meer schatjes
            kleinen werkt altijd erg goed om geliefden nog liever
            te maken – kijk maar eens naar vormen als schatje en
            hartje. Dat hart duikt trouwens vaker op als het om de   boo  vooral populair onder jongeren; komt uit het
            liefde gaat: zo kan iemand een ‘hartendief’ zijn, omdat   (Amerikaans-)Engels; de etymologie in die taal is
            die je hart gestolen heeft. Harteroover was daar in de   onduidelijk
            achttiende eeuw een ander woord voor.              chouke  ook wel sjoeke; gebruikt in Vlaanderen; van
                                                                 het Franse woord chou (‘schattig, snoezig’)
            OUDE LIEFJES                                       duifje  in de zeventiende eeuw betekende duif ook
            Er zijn nog meer mooie oude woorden voor liefjes en   ‘zacht, weerloos of argeloos meisje’, en vervolgens
            schatjes die niet meer zo bekend zijn. Minnekijn bijvoor-  werd het verkleinwoord ook gebruikt voor ‘liefje,
            beeld: dat is een verkleinwoord van het woord min (‘lief-  schatje’
            de’). Het achtervoegsel -kijn is een vorm die vroeger, in   keppe  ‘iemand die men liefheeft’, ook wel: ‘lieve-
            de Middeleeuwen, werd gebruikt. Je ziet dat bijvoorbeeld   ling(etje)’ of ‘lievelingskind’, gebruikt in Vlaande-
            ook in een woord als lievekijn (‘lieverd’). Nu wordt daar   ren, vooral in het West-Vlaams; keppe komt waar-
            -je, voor gebruikt, of -kje, -pje of -tje, al wordt het woord   schijnlijk van een ouder woord dat ‘bijzit; iemand
            minnetje nauwelijks meer gebruikt. Liefje dan weer wel.   met wie men samenhokt’ betekende
               In de zestiende en zeventiende eeuw kwam het opval-  minne  een oud woord voor ‘liefje, schatje’; werd in
            lende woord venusdier voor. Dat betekende ‘lief meisje’,   de dertiende en veertiende eeuw gebruikt
            maar ook ‘meisje van lichte zeden’. En een ‘venusjan-  shorty  uit het (Amerikaans-)Engels; shorty betekent
            ker’ is “Hij die hopeloos, tot over de ooren verliefd is en   letterlijk ‘kleintje’; wordt vooral door jongeren ge-
            daardoor medelijden of spot verwekt” (WNT). En dan de   bruikt en betekent volgens het Smibanese woor-  ONZE TAAL 2020  —  2/3
            ‘smoddermuil’, wie of wat is dat nou weer? Eigenlijk is   denboek (een straattaalnaslagwerk) “meisje waar
            het een gezicht dat je graag zou willen kussen, want   enigszins waarde aan wordt gehecht”; shorty wordt
            smodderen betekent ‘kussen’, volgens het WNT “in sma-  vaak ook losjes gespeld als shawty
            lend gebruik”. “Sabbelen; trekkebekken”, staat er ook   skatje  ‘schatje’; jongerentaal
            nog bij. Het klinkt een beetje ongezellig en je hebt met-  wifey  ‘vrouw(tje)’, maar ook: ‘schatje’; als iemand
            een een associatie met een ‘afgelikte boterham’. Muil is   ‘wifey material’ is, is ze een potentiële echtgenote
            ook al een niet al te verfijnd woord. Later verschoof de                                            23
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28