Page 21 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 21
RAARWOORD GUUS MIDDAG WITTEMAN
Over opmerkelijke woorden, oud en nieuw.
Zeeslangentaal
an het slot van zijn ‘Brief uit het huis ge-
naamd “Het Gras”’ (1966) schrijft Gerard
A Reve dat hij nog niet zo lang geleden op Flut
straat een aantrekkelijke, maar onbereikbare jon-
geman heeft gezien: “niet eens blond (…), maar
donkerharig”, “in een gloednieuw politieuniform”.
Hij was “de Meedogenloze Jongen”. De verschij- oe heten stationsromannetjes in Nederland
ning vond plaats “op een Donderdagmorgen tegen ook alweer, als je ze geen ‘bouquetreeks’
half elf, op de Dam in Amsterdam, niet bij het zee- “H wilt noemen?” De vraagstelster, op Twitter,
slangenproza maar juist aan de overkant, dicht bij is een Nederlandse vrouw die in Vlaanderen woont. Daar is
het paleis”. stationsromannetje blijkbaar gangbaar. Zelf kende ik het
Zeeslangenproza: dat was de term die W.F. Her- woord niet, maar ach, natuurlijk, het is een onbeduidend
mans in 1956 gebruikte in een krantenstukje over boekje dat je op het station koopt om te lezen in de trein.
het toen net onthulde Nationaal Monument op de In Frankrijk heet het dan ook een ‘roman de gare’.
Dam. Dat bestond uit een pyloon, aan de voet om- Ook Amerikanen hebben zo’n begrip: airport novel. Een
geven door een muur in de vorm van een halve airport novel dient hetzelfde doel als een stationsroman-
cirkel, en in die muur was een tekst uitgehakt. Het netje, maar Amerikanen reizen dan ook veel meer met
was een in alle opzichten onleesbare tekst, vond vliegtuigen dan met treinen. Een airport novel is trouwens
Hermans. Eerst al eens door die pyloon die ervoor meestal veel dikker dan een stationsromannetje, waar-
stond. En ook door de typografie: louter kapitalen, schijnlijk omdat er in de VS enorme afstanden afgelegd
zo groot dat je ze alleen met een verkleinglas kon worden. Ook gaan stationsromannetjes meestal over de
lezen, en zó laag bij de grond aangebracht dat je liefde, en airport novels meestal over misdaad. Waar zou
moest bukken om het te kunnen zien. Kroop je er dat verschil vandaan komen? En hebben wij, Nederlanders,
op handen en voeten langs, dan kon je ongeveer nu echt geen woord voor dat soort boeken?
zien wat de bedoeling was: Keukenmeidenroman wás een goed woord, maar keuken-
meiden bestaan niet meer. Datzelfde geldt voor stuivers-
Nimmer, van Erts tot Arend, was enig schepsel roman. Doktersroman dan? Vroeger gingen die boekjes
vrij onder de zon, noch de zon zelve, noch de vaak over dokters (en de verpleegsters die verliefd op hen
gesternten. Maar Geest brak Wet en stelde op werden), maar nu niet meer. Dokters hebben hun magie
de geslagen bres de Mens. Uit die Eersteling verloren, zeker sinds elke vrouw haar eigen diagnose plus
daalden de ontelbaren. Duchtend zijn hoge blik remedie bij elkaar kan googelen, of althans dénkt dat te
deinsden hun zwermen binnen de Wet terug en kunnen.
werden volken en stonden elkander naar het Kasteelroman hoorde je vroeger ook veel, maar net zo-
leven: onder nachtgewolkten verward treurspel, min als op een dokter zitten vrouwen nog te wachten op
dat Wereld heet. Sindsdien werd geen mens vrij een graaf of markies. Tegenwoordig hebben ze liever een
dan ontboden van boven zijn dak, geen volk dan zakenman. Maar het type is wel hetzelfde gebleven: donker
beheerst van boven zijn torens. Blijve dat ons haar (boekjes met een blonde held op het omslag verkopen
bij, verlost als wij werden uit het schrikbewind notoir slecht), wilskrachtige kaaklijn, gekwelde blik en een
van een onderwereld. Niet onbeheerst, doch imposant ‘bewijs van zijn verlangen’ achter de gulp.
enkel beheerst van boven de wereld blijft vrij- Mijn lerares Nederlands, die bij ons leerlingen graag het
heid ons deel. verschil tussen literatuur en lectuur erin wilde rammen,
noemde die boekjes veertig jaar geleden ‘flutromannetjes’.
Deze regels waren speciaal voor deze gelegenheid Wij, leerlingen, mochten ze niet lezen, want ze waren
geschreven door Adriaan Roland Holst. Duister pro- “allemaal hetzelfde”. Nou, én? Ik las die boekjes dolgraag,
za, daar was vrijwel iedereen het meteen over eens. tussen de enorme stapels ‘goedgekeurde literatuur’ door.
“Orakeltaal”, “een eigen geheimtaal”, “cryptisch- Paprikachips en roze koeken zijn ook allemaal hetzelfde.
wijsgerig proza”, dat waren enkele van de kwalifi- En zowat iedereen is dol op paprikachips en roze koeken.
caties in de pers. Maar het was het vernietigende Stiekem. Want net als het lezen van romannetjes wordt
commentaar van Hermans dat al snel gevleugeld het eten van chips en roze koeken als iets beschamends
zou worden. Hij moest bij deze moeilijk te vatten, gezien, een ‘guilty pleasure’.
aalgladde zinnen denken aan “zeeslangentaal”, Geen wonder dat alle benamingen voor die ‘lectuur’
een “taaleigen, dat met geen enkele soort Neder- pejoratief zijn. Maar wel jammer.
lands uit geen enkel tijdperk verband houdt”. We moeten op zoek naar een beter woord. Die Neder- ONZE TAAL 2020 — 2/3
Niemand kent of leest de tekst van Roland Holst, landse boekjes zijn meestal van het bedrijf Harlequin.
maar nog altijd als het erover gaat, wordt vermeld Harlekijntjes, dan? Ja, er bestaan al dropjes die zo heten.
wat Hermans er indertijd meteen al van vond: Maar ook dropjes zijn zo’n ‘guilty pleasure’, dus dat past
zeeslangentaal. eigenlijk precies.
SYLVIA WITTEMAN 21