Page 19 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 19
Leufkens na een onderzoekje waarover ook Onze Taal ouders hun woorden duidelijker articuleren om contras-
berichtte (in het januarinummer), maar het laat weer ten scherper uit te laten komen, maar ander onderzoek
eens zien dat die taalontwikkeling van kinderen een heeft juist laten zien dat die aanpassing waarschijnlijk
zaak is die veel mensen bezighoudt. Maar wat is eigen- alleen het gevolg is van meer expressieve gezichts-
lijk het beste taalgebruik tegen kinderen? Wat zegt het uitdrukkingen: de lippen worden meer gespreid bij het
taalkundige onderzoek daarover? lachen naar een kind, of juist meer gerond, zoals bij
het meelevend tuiten van de lippen, bijvoorbeeld bij
OVERDREVEN het zeggen van ‘oh’.
In een spraakmakende studie uit 1995 toonden twee
Amerikaanse wetenschappers, Betty Hart en Todd GEDEELDE AANDACHT
Risley, aan dat kinderen uit sociaal minder welgestelde Al in de jaren zeventig van de vorige eeuw wezen onder-
milieus tegen de tijd dat ze naar school gaan ongeveer zoekers erop dat al deze aanpassingen in de kindgerichte
30 miljoen woorden minder hebben gehoord dan kinde- spraak niet zozeer te verklaren zijn uit de gedachte dat
ren uit de midden- en hogere klasse. Daar komt bij dat het kind zo beter de taal zal leren, maar eerder uit de be-
steeds meer studies laten zien dat een grotere woorden- hoefte van ouders om een goede band met hun kind op
schat sterk samenhangt met latere prestaties op school. te bouwen. Ouders praten vooral in eenvoudige taal over
Krijgen alle kinderen wel genoeg taalaanbod? Is dat aan- dingen die het kind kan waarnemen of kent. Het is de
bod wel van voldoende kwaliteit?
Er wordt de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar
zogeheten ‘kindgerichte spraak’: de taal die vooral gebe-
zigd wordt tegen kinderen. Een kenmerkend voorbeeld Kindgerichte spraak is
is: ‘Zal mama even een boekje pakken? Kijk, dat is een
poes! Wat zegt de poes? Poesje zegt miauw, hè?’ In dit helemaal niet zo eenvoudig
fragment hoor je duidelijk een moeder die met haar kind
spreekt. De zinnen zijn kort, maar grammaticaal correct. als vaak wordt aangenomen.
Veel zinnen zijn vraagzinnen, er zitten veel herhalingen
in en de woordkeuze is eenvoudig. Ook het gebruik van
de derde persoon (‘Zal mama even een boekje pakken?’
in plaats van ‘Zal ik even een boekje pakken?’) is ken- gedeelde aandacht voor de directe omgeving die voor
merkend, evenals het verwijzen naar de directe om- een goede band tussen ouder en kind zorgt. Later kan
geving, vaak ondersteund met gebaren. Bij ‘Dat is een het ook gaan om een fictieve omgeving, zoals bij het
poes’ zal de moeder naar een plaatje wijzen. De uit- voorlezen van een verhaal, maar ook dat schept weer
spraak van kindgerichte spraak is meestal langzamer en vooral een band.
duidelijker dan gewone spraak, de toon is hoger en meer Uiteraard gaat het ouders niet alleen om die emotio-
overdreven, en ook krijgen belangrijke woorden in de nele band. Ook talige instructies, die bedoeld zijn om het
zin meer nadruk. Dit zijn geen bewuste keuzes: elke vol- gedrag van het kind te beïnvloeden (‘Eet je bordje leeg!’,
wassene die tegen een baby of peuter spreekt, doet dit ‘Niet aan de televisie komen!’, ‘Wil je niet zo hard
ongemerkt. schreeuwen?’), vertonen kenmerken van kindgerichte
spraak.
GEBOREN TAALDOCENT Wereldwijd wordt in laboratoria onderzoek gedaan
Waarom passen mensen hun taalgebruik zo drastisch naar kindgerichte spraak. Daaruit weten we inmiddels
aan als ze tegen kleine kinderen spreken? Mogelijk den- zeker dat jonge kinderen liever luisteren naar kindge-
ken ouders dat ze hun kinderen gemakkelijk taal kunnen richte spraak dan naar volwassenenspraak. Kinderen
leren door ze eenvoudige woorden en korte zinnen over luisteren langer en met meer aandacht naar kindgerich-
het hier en nu aan te bieden. Wanneer hun kind zelf te spraak, en dus is de kans dat ze ervan leren groter.
meer begint te zeggen, stellen ouders hun taalniveau bij, Ook blijkt dat kinderen woorden gemakkelijker achteraf
bijvoorbeeld door langere zinnen en complexere woor- herkennen als ze deze eerst in kindgerichte spraak heb-
den te gebruiken, zodat het kind meer wordt uitgedaagd. ben gehoord. Het is nog niet precies duidelijk hoe dit
Zo beschreven lijkt de ouder een geboren taaldocent die leermechanisme werkt, maar dat kindgerichte spraak
feilloos aanvoelt wat een kind nodig heeft. daar een rol in speelt, staat wel vast.
Toch is er van alles aan te merken op deze logica. Ten
eerste gebruiken niet alleen ouders of volwassenen BEURTWISSELINGEN
kindgerichte spraak, ook vierjarigen praten zo tegen hun Kindgerichte spraak lijkt dus wel degelijk belangrijk voor
kleinere broertje of zusje, en je kunt moeilijk volhouden taalontwikkeling. Vooral in de eerste twee levensjaren is
dat vierjarigen zich al als taaldocent opstellen. Maar ten dit belang groot, omdat in die periode het verband tus-
tweede is die kindgerichte input ook helemaal niet zo sen de hoeveelheid taalaanbod en de woordenschatont-
eenvoudig als vaak wordt aangenomen. De zinnen zijn wikkeling het grootst is. Dit is onder andere aangetoond
wel kort en de woorden eenvoudig, maar analyses laten door kinderen een kleine recorder in hun vestje mee te
zien dat kindgerichte spraak vaak veel meer verschillen- geven waarop alles geregistreerd wordt wat zij op een
de typen zinnen bevat dan gewone spraak: vooral vraag- normale dag thuis horen. Zo kan heel precies bepaald
zinnen, en aansporingen en bevelen komen natuurlijk worden hoeveel, en hoeveel verschillende woorden vlak
veel vaker voor in kindgerichte spraak dan in spraak bij het kind zijn uitgesproken, maar ook hoeveel woor- ONZE TAAL 2020 — 2/3
tegen volwassenen. Kindgerichte spraak is in dat op- den er op enige afstand gesproken zijn, hoeveel achter-
zicht dus juist complexer en gevarieerder. Kindgerichte grondgeluid er was (bijvoorbeeld van radio en televisie),
spraak bevat ook veel meer variatie in toonbewegingen. en vooral ook hoe de gesprekken met het kind zijn ver-
Hoewel dat de spraak misschien aantrekkelijker maakt lopen.
voor kinderen, heeft recent onderzoek laten zien dat de Uit vrijwel alle studies naar de vroegste taalontwikke-
spraak daardoor wel minder voorspelbaar en eigenlijk ling die volgens deze methode verliepen, bleek dat de
juist moeilijker te begrijpen is. Er is wel gedacht dat hoeveelheid woorden vlak bij het kind het grootste posi- 19