Page 17 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 17

zwemmer.’ De cadans van die zin had er niet in gezeten
                                                             als Waldemar Piet had geheten, en dan was ik dat boek
                                                             zeker niet zo begonnen.”
                                                             Kiest u soms voor zelfbedachte woorden? U noemt het
                                                             geluid van de branding “het gedruis van de zee”.
                                                             “Ik gebruik wel woorden waarvan ik niet weet of ze in
                                                             het woordenboek staan, zoals dat gedruis. Ik heb de
                                                             neiging om de taal naar mijn hand te zetten. Dat deed ik
                                                             als kind al. Een haan noemde ik een ‘kip met gekrulde
                                                             veren’. Mijn hond geef ik nooit ‘kluifjes’ maar altijd
                                                             ‘knauwtjes’.”
                                                                “Anderzijds heb ik een grondige hekel aan modieuze
                                                             woorden, zoals talig of bevragen. Voor mij voelt lelijke
                                                             taal alsof er een onmuzikaal persoon op een viool staat
                                                             te krassen.”
                                                             MOEITELOOS
                                                             U hebt, naast uw uitgever, ‘meelezers’. Wat voor com-
                                                             mentaar krijgt u van hen?
                                                             “Een van mijn meelezers is mijn man. Zijn commentaar
                                                             is heel eenvoudig. Hij stopt gewoon met lezen. Dan weet
                                                             ik genoeg: ik moet het vanaf het punt waar hij stopte,
                                                             herschrijven. En mijn zus noemt zich de gemiddelde
                                                             lezer. Als zij het goed vindt, ben ik tevreden.”
                                                             Uw boeken ‘lezen als een trein’ volgens het publiek.
                                                             Verloopt het schrijfproces ook zo vlot?
                                                             “Mensen beseffen niet hoe verdomd moeilijk het is om
                                                             iets te schrijven waarvan het lijkt alsof het in één keer is
                                                             opgeschreven. Met schrijven is het net als met dansen:
                                                             je mag het zweet niet zien. Als een ballerina neerploft en
                                                             haar zweet valt jou op, dan geloof je er niet meer in. Bij
                                                             schrijven moet het eruitzien alsof alles stomtoevallig op
                                                             de goeie plek staat. Niemand hoeft te weten dat ik het
                                                             honderd keer herschreven heb.”
            ‘verzonnen’ door elkaar lopen. Je zit als biograaf gevan-  Wanneer bent u niet tevreden?
            gen in een stalen fort van feiten en dat fort plunder ik.   “Als het haakt.”
            Ik haal alles uit mijn trukendoos om ervoor te zorgen dat   En wanneer haakt het?
            mijn lezers zich niet vervelen.”                 “Ik mix voortdurend iemands levensverhaal en de be-
            Zoals?                                           schrijving van de tijd waarin iemand geleefd heeft. Daar-
            “Bij biografieën krijg je al snel ‘en-toen-en-toen’. Tij-  in moet een goede balans zijn. Oorspronkelijk stonden
            dens het schrijven aan Anna dreigde dat ook. Ik was bij   er in De Amerikaanse prinses veel langere passages over
            de episode waarin Dick, de latere man van Annie, op het   ‘the Gilded Age’, een periode van grote voorspoed in de
            toneel verscheen. Hij had, hoewel hij getrouwd was, een   VS in de tweede helft van de negentiende eeuw. Maar die
            contactadvertentie in de krant geplaatst. Annie reageer-  stukken verstoorden het evenwicht en het verhaal kon
            de daarop. Op een middag liep ik tijdens het boodschap-
            pen doen na te denken over dat ‘en toen’. Opeens had ik
            het: ik moet het perspectief wisselen. Dit hoofdstuk ga   “Je zit als biograaf gevangen
            ik vanuit Dick vertellen. En zo heb ik het gedaan.”
                                                               in een stalen fort van feiten
            MUZIKALITEIT
            “Bij Sonny Boy had ik eerst een heel ander begin. Dat   en dat fort plunder ik.”
            speelde op een Surinaamse plantage. Later is het apart
            gepubliceerd als De dageraad. Het was een mooi stukje,
            maar als begin van het levensverhaal dat ik wilde vertel-  zonder. Hoe heet dat spelletje ook alweer waarbij je
            len, voldeed het niet. Zo’n verhaal voelt voor mij als een   steeds een stokje moet weghalen zonder dat de boel in
            zwaan die opvliegt en met dat enorme gewicht uit het   elkaar stort? Mikado! Zo werk ik. Wat kan weg? Wat is
            water moet komen. Bij Sonny Boy had ik wel die zwaan –   essentieel?”
            alle informatie –, maar ik kreeg niet genoeg lucht onder   De bekende uitspraak is ‘Schrijven is schrappen’. Dat
            de vleugels. In die periode stond ik een keer bij een ben-  is ook uw credo?
            zinestation te piekeren over het einde van het verhaal:   “Schrijven is verleiden. Dat doe ik door het verhaal in
            een scheepsramp en opvarenden die zwemmend probe-  zijn sterkste vorm te presenteren. Voor mij als schrijver
            ren te overleven. Toen dacht ik: misschien moet ik be-  is dat keihard werken: ervoor zorgen dat de lezer het   ONZE TAAL 2020  —  2/3
            ginnen met die rivier in Suriname en de zwemmer die   verhaal moeiteloos leest en tegelijkertijd het gevoel
            Waldemar is. En dat werkte wel.”                 heeft iets zinnigs te lezen.”              
               “Het lijken misschien kleine ingrepen, maar ik vind
            het belangrijk. Ik heb het zelfs met de hoofdstuktitels.   Leon & Juliette van Annejet van der Zijl is het Boekenweek-
            Die moeten mooi staan, zo onder elkaar. Verder let ik op   geschenk van 2020. Van 7 tot en met 15 maart ontvangt u
            de muzikaliteit van de zinnen. Het ritme moet kloppen.   het gratis in de boekwinkel bij besteding van € 12,50 aan
            De eerste zin van Sonny Boy luidt: ‘Waldemar was een   boeken.                                      17
   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22