Page 13 - OnzeTaal_febmrt2020_HR
P. 13

Wilt u direct antwoord op een taalvraag? Bel dan 085 - 00 28 428.
       Ook via Twitter (@onzetaal) en WhatsApp (06 - 39 86 19 91) krijgt u
       snel antwoord. Zie voor andere mogelijkheden www.onzetaal.nl/taalloket.  HOE LEG JE DAT UIT?

                                                                        Als je Nederlandse les geeft aan anderstaligen
                                                                        (NT2’ers), kom je af en toe kwesties tegen waar-
                                                                        van je je afvraagt: hoe leg ik dat uit?
       VERSCHUIVENDE NORMEN

                                                                        WE EN WIJ
       Wat is goed taalgebruik en wat niet? Die grenzen zijn voortdurend in beweging.
                                                                        In het Nederlands kun je wij én we gebrui-
                                                                        ken voor de eerste persoon meervoud. Ter
       ‘MIJ MANKEERT NIETS’ / ‘IK MANKEER NIETS’                        vergelijking: het Engels, Duits en Frans
       “Het is en blijft, in beschaafd Nederlands, (...) ‘Mij mankeert niets’.” Dat   hebben alleen we, wir en nous. Hoe moet je
       schreef Onze Taal in 1950, nadat een lezer had opgemerkt dat in de praktijk   met die twee vormen omgaan?
       zowel ‘Ik mankeer niets’ als ‘Mij mankeert niets’ voorkwam.         Het verschil zit hem vooral in de nadruk.
          Oorspronkelijk was het inderdaad ‘Wat mankeert jou?’ en ‘Mij mankeert   Neem een zin als ‘Onze buren gebruiken
       niets.’ Degene die iets mankeert, is dan een zogeheten ondervindend voor-  vaak de auto, maar wij fietsen liever.’ Hier-
       werp, dat enigszins te vergelijken is met het meewerkend voorwerp. Maar   in worden de wij-personen vergeleken met
       al in 1904 schreef het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) dat dege-  de buren; ze worden als het ware tegenover
       ne die iets mankeert ook het onderwerp kan zijn: ‘Wat mankeer je?’ Het   elkaar geplaatst. In zo’n geval is nadruk
       WNT geeft een citaat uit 1787 waarin mankeren al zo werd gebruikt.   nodig. Als er geen sprake is van vergelijking
          Dat sluit aan bij een ontwikkeling die al enkele eeuwen gaande is: het   of contrast met anderen, kun je volstaan
       ondervindend voorwerp verdwijnt langzaam. Langgeleden zei men bijvoor-  met we: ‘We wonen al tien jaar in Leiden.’
       beeld ‘Mij gruwt ervan’, maar nu ‘Ik gruw ervan.’ En een iets recentere    Er zijn talen waarin een soortgelijk verschil
       ontwikkeling is die van ‘Zulke peultjes lusten mij niet’ naar ‘Ik lust zulke   bestaat: in het Arabisch, Turks, Spaans en
       peultjes niet.’                                                  Italiaans bijvoorbeeld kun je het persoonlijk
          In de twintigste eeuw werd het ‘nieuwe’ gebruik van mankeren steeds   voornaamwoord veelal weglaten als er geen
       gewoner. Onze Taal was aanvankelijk nog behoudend, maar in 1970 werd   nadruk nodig is.
       het “algemeen Nederlands” genoemd. En in 1996 meldde de redactie niet      Ook om een algemeen verschijnsel te
       te strijden tegen “ingeburgerde constructies als ik mankeer niets”. Ook taal-  omschrijven, wordt we gebruikt. Bijvoor-
       adviesboeken gingen gaandeweg overstag.                          beeld: ‘In Leiden vieren we op 3 oktober
          Kortom: ‘Mij mankeert niets’ en ‘Ik mankeer niets’ zijn allebei goed    traditioneel feest’, of ‘In Nederland en
       Nederlands.                                                      België hebben we vaak zachte winters.’
                                                                        Het is vreemd om hier wij te gebruiken.




       WAT ZEGGEN ZE WAAR?

       Over regionale verschillen in Nederland en Vlaanderen.

       DIALECTWOORDEN VOOR ‘UI’

       Veel mensen denken dat ajuin ‘het   komen via allerlei tussenstappen ui,
       Vlaamse woord is voor ui’, maar het ligt   (a)juin, juun, un en andjoen vandaan.
       iets genuanceerder. Ook veel Nederlan-  Look is van Germaanse oorsprong.
       ders gebruiken van huis uit ajuin of juin,   Overigens is look in België ook een           siepel
       vooral in het zuiden. Bovendien zijn er   veelgebruikt synoniem van knoflook.
       in Vlaanderen én in Nederland verschil-     Het kaartje is gebaseerd op de
       lende regionale synoniemen, zoals sie-  Dialectatlas van het Nederlands
       pel, look, juun, un en andjoen. Het kaart-  (2011).               ui
       je geeft in grote lijnen aan welke vor-
       men waar gebruikt worden. Het gaat                                                look
       vooral om dialectwoorden, maar deze
       sijpelen ook vaak door in de standaard-
       taal.
          Hoe komen we aan al die woorden?
       Siepel (verwant aan het Duitse Zwiebel)
       is via het Frans te herleiden tot caepul-                           (a)juin
       la, de verkleinvorm van caepa of cepa,           juun
       een Latijns woord voor ‘ui’. Een ander                                                                     ONZE TAAL 2020  —  2/3
       Latijns woord voor ‘ui’ was unio, en daar
                                                                                       un
                                           andjoen

                                                                                                                13
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18