Page 13 - OnzeTaal_april2019_HR
P. 13
gen werken inmiddels wel weer meer samen met de uni-
versitaire talenstudies, bijvoorbeeld om studenten beter Deltaplan talenstudies
te informeren over het beroep van leraar. Als platform
willen we die samenwerking tussen talenstudies en lera- Het Nationaal Platform voor de Talen is in 2018 opgericht
renopleidingen verder bevorderen en ondersteunen.” om de aantrekkelijkheid van talenopleidingen voor studen-
Maar hoe zorgen jullie ervoor dat meer scholieren ook ten te vergroten. Het is een initiatief van (en het wordt
werkelijk gaan kiezen voor een talenstudie? bekostigd door) de letterenfaculteiten van de zes algemene
“Daarvoor moet je vooral in het voortgezet onderwijs Nederlandse universiteiten – Groningen, Nijmegen, Amster-
zijn. Het grootste zwakke punt van talen is dat ze min- dam (VU en UvA), Utrecht en Leiden – en het Programma-
der interessant zijn dan de andere schoolvakken, omdat bureau Duurzame Geesteswetenschappen. Het platform
ze geen eigen kennisinhoud hebben. Het draait alleen komt voor de zomer met een ‘deltaplan talenstudies’. Dit
om leesvaardigheden, en dat is hopeloos. Je zou leerlin- behelst onder meer voorstellen voor nauwere samenwerking
gen moeten leren hoe taal werkt, hoe mensen die ge- (niet elke faculteit hoeft een specialist Duitse letterkunde te
bruiken en wat de gevolgen zijn van onjuist gebruik, en hebben) en voor innovatie van de opleidingen. Zo moet er
hun inzicht moeten bieden in de rol die taal speelt in het meer aandacht komen voor beroepsvoorbereiding en voor
leven van iedereen. Kortom, er moet een nieuw lespro- praktijkgerichte (onderzoeks)projecten.
gramma komen.” Daarnaast werkt het platform aan imagoverbetering van
het leraarschap, betere voorlichting over talenstudies op
OLYMPIADE vo-scholen en vakinhoudelijke vernieuwing van de talenvak-
Voor die lesprogramma’s hebben we al Curriculum.nu: ken in het voortgezet onderwijs. (Zie voor meer informatie:
zogeheten ‘ontwikkelteams’ van leraren buigen zich Platformtalen.nl.)
in opdracht van het ministerie van Onderwijs over de
nieuwe lesinhouden. Werken jullie daarmee samen?
“Ja, we hebben overleg met de ontwikkelteams voor
de vakken Nederlands en vreemde talen. Tegelijkertijd taal leren, dat je in verschillende contexten gebruik-
moeten we ons niet te afhankelijk opstellen van de maakt van verschillende taalregisters of dat oudere
ontwikkelingen binnen Curriculum.nu, want als daar letterkunde ons nog wel degelijk iets te zeggen heeft.”
uiteindelijk niet veel mee gebeurt, zitten we met de Hebben leerlingen enig idee wat een talenstudie
gebakken peren. Dus zijn we met een groep vakdidactici inhoudt?
bezig zelf lesmodules te ontwikkelen voor vooral de “Nauwelijks. Het platform heeft enquêtes laten uitvoe-
bovenbouw van het voortgezet onderwijs.” ren onder bachelorstudenten en afgestudeerden en
Waar moeten we dan aan denken? gesprekken gevoerd met groepen leerlingen uit de vijfde
“Bijvoorbeeld aan modules over meertaligheid en taal- en zesde klas, en daaruit komt eenzelfde geluid naar
verandering. Daarnaast willen we bestaand lesmateriaal voren: leerlingen hebben geen idee wat een talenstudie
bundelen dat via universiteiten wordt aangeboden. We inhoudt en wat je ermee kunt doen, behalve leraar wor-
verwijzen op onze website bijvoorbeeld naar LitLab van den. In een land waar het imago van leraren toch al niet
de Universiteit Utrecht, een initiatief om literatuur- zo best is, helpt dat natuurlijk niet. Als platform zijn
onderzoek op de middelbare school te stimuleren. De we bezig voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen voor
website is een digitaal laboratorium voor literatuur- schooldecanen. En dit voorjaar starten we een social-
onderzoek, waar bovenbouwleerlingen via digitale mediacampagne voor studiekiezers waarin we hen met
experimenten kunnen kennismaken met academisch heel eenvoudige motto’s proberen te raken en waarin we
onderzoek naar de Nederlandse literatuur van alle tijden. laten zien dat een talenstudie iets voor hen kan zijn. In
En we wijzen op de Olympiade Nederlands, die vanaf het ‘deltaplan talenstudies’ dat deze zomer verschijnt
het schooljaar 2019-2020 in Vlaanderen en Nederland [zie het kader – red.], gaan we trouwens uitvoeriger in
zal worden gehouden: middelbare scholieren lossen op al onze plannen.”
in wedstrijdverband taalkundige, letterkundige en com-
municatieve puzzels op die te maken hebben met de SCHOOLKRANT
Nederlandse taal en Nederlandstalige culturen.” Waarop zou u jongeren aanspreken om hen te ver-
leiden tot een talenstudie?
PRETPAKKET “Ik zou duidelijk maken dat je met passie en enthousias-
Moeten we trotser worden op het schoolvak Neder- me voor taal iets voor de samenleving kunt betekenen.
lands? Spreek de puzzelaar aan die doorheeft dat je in de ene
“Ja, Nederlands moet weer een echt vak worden, niet taal iets kunt zeggen wat in de andere taal helemaal niet
louter een hulpvak voor andere vakken. En dat geldt ook kan, of dat zelfs in je eigen taal woorden per persoon
voor de vreemde talen. We moeten ervanaf dat het havo- verschillende connotaties kunnen hebben en dat je dus
moet nadenken over hoe je iets zegt. Spreek de mensen
“Je zou leerlingen moeten aan die misschien bètagericht zijn, maar ook van taal
houden. Je hoeft geen psychologie te doen met een minor
leren hoe taal werkt en hoe taal, je kunt ook taal doen met een minor psychologie; je
hoeft geen ‘international business’ met een bijvak Duits
mensen die gebruiken.” te doen, je kunt ook Duits doen met een bijvak economie, ONZE TAAL 2019 — 4
zoals ik heb gedaan. Je interesse in kunstmatige intelli-
gentie kun je ook uitleven in een talenstudie. Een talen-
studie is geknipt voor de eigenwijze criticus die al in de
en vwo-vakkenpakket (‘profiel’) Cultuur & Maatschappij schoolkrant schreef, die blogt en al boekrecensies op in-
geldt als afvoerputje of pretpakket, omdat je dan ‘alleen ternet zet. En ja, ook voor degenen die met jonge mensen
maar’ talen doet. We moeten de inhoud van ons vak willen werken, de docenten in spe dus. Talenstudenten,
meer profileren. Laat leerlingen zien dat taal maat- zo weet ik uit eigen ervaring, zijn heel uiteenlopende
schappelijk relevant is: hoe asielzoekers een vreemde personen. Dat moeten we veel meer uitventen.” 13