Page 15 - OnzeTaal_april2019_HR
P. 15

bezondigt zich aan traagheid, wie ‘geld in het water
                                                             smijt’ aan spilzucht en wie ‘de kat de bel aanbindt’
                                                             is overmoedig.

                                                             DE OMGEKEERDE WERELD
                                                             Meer links in beeld, en net als de huik opvallend blauw,
                                                             zien we een ander motief dat letterlijk als uithangbord
                                                             van het schilderij wordt gepresenteerd: de rijksappel,
                                                             het machtsattribuut van koningen en keizers, dat van
                                                             oudsher de wereld als geheel symboliseert. Maar pas op:
                                                             het kruis wijst bij Bruegel niet naar boven, maar naar
                                                             beneden; hier wordt ‘de omgekeerde wereld’ verbeeld.
                                                             In de huisinventaris van Pieter Stevens uit 1668 wordt
                                                             als titel voor het schilderij vermeld: Le Monde renversé,



                                                               Van de kijker werd kennelijk
                                                               verwacht dat hij de betekenis-

                                                               lagen één voor één geduldig

                                                               ontrafelt.




                                                             représenté par diverses Proverbes et Moralités (‘De omge-
                                                             keerde wereld, voorgesteld door allerlei zegswijzen en
                                                             morele lessen’). Boven de rijksappel is nog een man te
                                                             zien die uit het raam zijn gevoeg doet en daarmee laat
                                                             zien dat hij ‘schijt aan de wereld’ heeft.
                                                                De prominente plaats van deze afbeelding van de
                                                             omgekeerde wereld is voor velen een reden geweest om
                                                             het schilderij op te vatten als allegorie van de mense-
                                                             lijke dwaasheid die dit aardse tranendal regeert. Daarbij
                                                             passen in beeld gebrachte uitdrukkingen als met het
                                                             hoofd tegen de muur lopen (kortzichtigheid), op hete kolen
                                                             zitten (ongeduld), uit twee monden spreken (leugenach-
                                                             tigheid) en de blinden leiden de blinden (zelfoverschat-
 Speuren naar spreekwoorden                                    zegswijzen als tot de tanden gewapend, aan het langste
                                                             ting).
                                                               Maar wat dan te doen met eveneens voorkomende
                                                             eind trekken en twee vliegen in één klap? Deze zijn moei-
                                                             lijk op zo’n algemeen-moraliserende manier te duiden.
                                                             Het nadeel van een algehele interpretatie waarbij alle
 Het beroemde taalschilderij van Pieter Bruegel de Oude      uitdrukkingen onder een grote gemene deler worden
                                                             gerangschikt, is duidelijk: er wordt geen recht gedaan
                                                             aan de grote diversiteit van uitdrukkingen die in het
                                                             schilderij onontkoombaar aanwezig is.
                                                                Bovendien zijn sommige beelden meerduidig. Neem
                                                             de man die ‘tegen de maan pist’ (dat wil zeggen in zijn
            waaronder het in de tijd van Huygens bekend was. Een   hoogmoed iets onmogelijks probeert). Wie goed kijkt,
            jonge vrouw in een lange, felrode mantel hangt een ou-  ziet ook dat hij ‘naast de pot plast’ (overspel pleegt).
            dere man een blauwe mantel met kap om. Voor de tijd-  Bovendien wordt nog een derde uitdrukking uitgebeeld:
            genoten was de bedoeling duidelijk: die oudere man is   de pot hangt uit (‘een armzalige bedoening’). Deze ver-
            haar echtgenoot, en zij heeft overspel gepleegd. Rood    menging van beelden maakt de morele boodschap er
            is de kleur van de vleselijke liefde, blauw die van het    niet duidelijker op. En omdat die beeldmenging vaker
            bedrog. De inmiddels in onbruik geraakte uitdrukking   voorkomt, kan het niet anders of de schilder had er een
            iemand de blauwe huik (= mantel) omhangen betekende   bedoeling mee: van de kijker werd kennelijk verwacht
            ‘iemand bedriegen’.                              dat hij de betekenislagen één voor één geduldig en met
               Omdat deze scène zo centraal staat en de titel van het   esthetisch genoegen ontrafelt.            ONZE TAAL 2019  —  4
            werk eraan ontleend is, is het schilderij lange tijd opge-
            vat als een panorama van menselijke ondeugden. En in-  PUZZELGENOEGEN
            derdaad: er worden tal van uitdrukkingen uitgebeeld die   In recent kunsthistorisch onderzoek is om die redenen
            deze christelijke duiding ondersteunen. Bedrog vinden   gekozen voor een andere uitleg. Men vermoedt dat
            we bijvoorbeeld ook in de uitdrukkingen iemand bij de   Bruegel het als zijn primaire taak zag om op speelse en
            neus nemen en door de mand vallen. Daarnaast worden tal   humoristische wijze een bonte verzameling uitdrukkin-
            van andere zonden uitgebeeld: wie ‘achter het net vist’,   gen in beeld te brengen zonder daarmee de kijker met     15
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20