Schrijf je dezelfde, eenzelfde, hetzelfde, enzovoort, of de zelfde, een zelfde, het zelfde enzovoort?
Aaneen zijn: dezelfde, hetzelfde, ditzelfde, datzelfde, diezelfde en eenzelfde. Er zijn twee combinaties met zelfde die een spatie krijgen, namelijk deze zelfde en zo’n zelfde.
Zelfde wordt aan de, het, een, die, dat en dit vast geschreven:
- De actrice had dezelfde jurk aan als vorig jaar.
- Ik dacht precies hetzelfde!
- Mijn broer heeft eenzelfde soort woning als ik.
- Diezelfde avond gebeurde het.
- Van hun vader werd gezegd dat hij een feestbeest was, en nu wordt datzelfde over hen geroepen.
- Hun bank is steenrood en ditzelfde rood komt terug in de gordijnen.
Met spatie voor zelfde:
- Via deze zelfde pagina kunt u zich aanmelden als donateur.
- Ik zou wel zo’n zelfde reis willen maken.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen