De vorm van dien is een restant uit een oudere fase van het Nederlands waarin veel woorden na een voorzetsel (zoals van) verbogen werden; dien is een naamvalsvorm van het aanwijzend voornaamwoord die.

Er zijn ook combinaties met dien die wel één woord zijn, zoals bovendien, nadien en sindsdien. Dit zijn bijwoorden die als opzichzelfstaand zinsdeel kunnen fungeren:

  • Bovendien moeten we de huisdieren niet vergeten.
  • We hebben nadien nog vaak aan hem gedacht.
  • Sindsdien is ze vaak verhuisd.

Van dien is niet op die manier te gebruiken; het komt vrijwel alleen voor in combinatie met woorden als gevolgen of bezwaren:

  • Het heeft vannacht uren geregend, met alle gevolgen van dien.
  • De wachttijd loopt soms flink op, met alle bezwaren van dien.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag