Wat is juist: tapas of tapa's?
Tapas en tapa’s zijn beide juist. De vorm tapas komt veruit het meest voor.
Tapas is het Spaanse meervoud van tapa, dat letterlijk ‘deksel’ betekent. Deze Spaanse hapjes zijn genoemd naar de kleine, op glaasjes drank liggende dekseltjes (tegen insecten) waarop ze oorspronkelijk geserveerd werden. Eenzelfde betekenisontwikkeling heeft ons woord schotel doorgemaakt, dat ook een culinaire betekenis heeft gekregen in bijvoorbeeld een koude schotel.
Omdat er doorgaans meerdere tapas tegelijk worden geserveerd, hoor en zie je in het Nederlands vooral de (Spaanse) meervoudsvorm en niet de enkelvoudsvorm. Je kunt het wel hebben over één tapa, maar erg gebruikelijk is dat niet. Bovendien wordt in samenstellingen met tapas doorgaans het meervoud gebruikt: tapasbar en tapasrestaurant (niet tapabar en taparestaurant).
Een argument om tapas te verkiezen boven tapa’s is de uitspraak: de spelling tapa’s impliceert dat het woord met een lange, ‘open’ aa wordt uitgesproken (net als opa’s en Sandra’s), terwijl het bijna altijd als [tappas] klinkt, met twee korte, ‘gesloten’ a-klanken. Die uitspraak wordt het best weergegeven door de apostrof achterwege te laten.
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail