Volgens de basisregel voor het schrijven van een -e ligt het hachelijke avontuur het meest voor de hand. In bijvoorbeeld het mooie avontuur en het spannende avontuur staat immers (bij voorkeur) ook een -e. De basisregel is namelijk: na het bepaald lidwoord het krijgt het bijvoeglijk naamwoord een buigings-e. Als je het onbepaald lidwoord een gebruikt, blijft de buigings-e altijd weg: een hachelijk avontuur, een mooi avontuur, een spannend avontuur.

Een eigenaardigheid van het-woorden is dat je de buigings-e soms óók kunt weglaten als je het bepaald lidwoord het gebruikt. Dat gebeurt het vaakst als het bijvoeglijk naamwoord op -lijk, -ig of -isch eindigt. Het is moeilijk onder woorden te brengen waarom dat gebeurt. Het is meestal een kwestie van persoonlijke smaak: voor sommigen klinkt het hachelijk avontuur mooier en spannender dan het hachelijke avontuur. De buigings-e is bovendien vaak de derde opeenvolgende onbeklemtoonde lettergreep – dan is de neiging om die e weg te laten extra groot.

Andere voorbeelden waarbij de buigings-e van het bijvoeglijk naamwoord kan wegblijven vóór een het-woord, ook als het bepaalde lidwoord het (of dat, dit, mijn, haar, zijn, ons, jullie, hun) ervoor staat:

  • het onvermijdelijk gevolg
  • het belachelijk voorstel
  • het bestuurlijk overleg
  • het dagelijks leven
  • het dagelijks taalgebruik
  • het niet onverdienstelijk debuut
  • het feitelijk gebruik
  • het feitelijk loon
  • het landelijk gemiddelde
  • ons genoeglijk samenzijn
  • zijn onappetijtelijk smoelwerk
  • het gelukkig toeval
  • dat gezellig cafeetje
  • dat aardig jongetje
  • dat ongeduldig persoontje
  • het parmantig kereltje
  • hun verdienstelijk werk
  • ons eigenaardig kikkerlandje
  • haar afstandelijk voorkomen

In het meervoud is de buigings-e juist, of het lidwoord er nu bij staat of niet: (de) hachelijke avonturen, (de) belachelijke voorstellen.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!