In samenstellingen met een worden geen accenten op de ee gezet, ook niet als het telwoord één bedoeld is.

Andere voorbeelden:

  • eenaprilgrap (zie overigens ook het advies over 1 aprilgrap / 1-aprilgrap)
  • eenarmig, eenarmige bandiet
  • eenbaansweg
  • eencellig(e)
  • eendagskuiken, eendagsvlinder
  • eendimensionaal
  • eenduidig
  • eenentwintig, eenendertig, enz.
  • eenfasemotor
  • eengezinswoning
  • eenkamerappartement
  • eenkennig
  • eenkindpolitiek
  • eenkoppig
  • eenlettergrepig
  • eenling
  • eenloketfunctie
  • eenmaal
  • eenmalig
  • eenmansactie, eenmansbedrijf, eenmansfractie, eenmanszaak
  • eenmeting (de meting na de nulmeting)
  • eenmotorig
  • eenogig
  • een-op-eensituatie
  • eenouderadoptie, eenouderaftrek
  • eenpansgerecht
  • eenpartijstelsel
  • eenpersoonsbed, eenpersoonskamer
  • eenprocentsregeling
  • eenrichtingsverkeer
  • eensteensmuur
  • eenstemmig
  • eentalig
  • een-tweetje
  • eenverdiener
  • eenvormig, eenvormigheid
  • eenvrouwsactie
  • eenwording, eenwordingsproces, eenwordingsverdrag
  • eenzaadlobbig(e)
  • eenzijdig, eenzijdigheid
  • eenzitter

Ook in woorden als twee-eenheid en drie-eenheid komen geen accenten. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!