Terecht kan zowel een bijwoord als een bijvoeglijk naamwoord zijn. Als bijvoeglijk naamwoord betekent het ‘gerechtvaardigd, juist’, bijvoorbeeld in een terechte vraag en een terechte beslissing.

In het verleden was het niet gangbaar om terecht vlak vóór het zelfstandig naamwoord te zetten waar het bij hoorde. Wel juist was bijvoorbeeld:

  • Die terechtwijzing was terecht.
  • Hij vond die beslissing niet terecht.

Van Dale noemt in een oudere druk (1976) het gebruik van terechte in een terechte opmerking een neologisme, maar in de volgende druk (1984) is die opmerking geschrapt. Tegenwoordig kan terecht volgens alle woordenboeken ook vóór het zelfstandig naamwoord staan.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag