Wat is juist: ‘Dit keer kwam hij op tijd’, ‘Deze keer kwam hij op tijd’, ‘Ditmaal kwam hij op tijd’ of ‘Deze maal kwam hij op tijd’?
Dit keer, deze keer en ditmaal zijn alle drie heel gebruikelijk. Deze maal is minder gewoon.
Dit keer is een vaste uitdrukking met de betekenis ‘bij deze gelegenheid’, ‘nu’. Op sommige taalgebruikers komt het wat informeel over. Zij hebben geleerd dat deze keer en ditmaal beter zijn.
Toch komt dit keer al meer dan twee eeuwen voor, en het lijkt de laatste decennia zelfs iets gebruikelijker te zijn dan deze keer. Vermoedelijk heeft het synoniem ditmaal het ontstaan van dit keer bevorderd.
Het gekke is dat keer een de-woord is. Het is bijvoorbeeld de eerste keer, en niet het eerste keer. En bij de-woorden horen normaal gesproken de aanwijzende voornaamwoorden deze en die. Dat zou dus pleiten voor deze keer en die keer.
- Nou vooruit, voor déze keer dan.
- Ik heb me die keer nog laten overhalen om mee te gaan in de achtbaan. Dat was meteen ook de laatste keer.
Dit keer is dus een ingeburgerde afwijking van die regel.
Ditmaal
Maal is oorspronkelijk onzijdig (een het-woord): het was het maal, en daarom ook dit maal (later aaneengeschreven: ditmaal). Tegenwoordig is maal meestal een de-woord; denk aan voor de laatste maal. Ook deze maal komt weleens voor, maar ditmaal is nog steeds de gebruikelijkste vorm. Dit keer en ditmaal zijn dus vaste uitdrukkingen geworden respectievelijk gebleven in de betekenis ‘bij deze gelegenheid’, ‘nu’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen