Niet alleen de gemeente zelf, maar ook – onder meer – de ANWB en de NS hanteren deze vorm. Den Bosch is de benaming die in gesproken taal verreweg het vaakst voorkomt en die ook geregeld in geschreven teksten gebruikt wordt, maar de naam Den Bosch heeft geen officiële status.

Het bijvoeglijk naamwoord dat bij ’s-Hertogenbosch hoort, is Bosch (onverbogen vorm) dan wel Bossche (verbogen vorm). Bijvoorbeeld: een typisch Bosch onderonsje, een mooie Bossche brug, Bossche bollen, de Bossche voetbalclub. De inwoners zijn Bosschenaren. In deze afgeleide vormen is de toevoeging ’s-Hertogen dus niet meer terug te vinden.

Andere talen

De ‘chique’ naam ’s-Hertogenbosch, die letterlijk ‘het bos van de hertog’ betekent, is ook in andere talen terug te vinden, bijvoorbeeld Bois-le-Duc in het Frans, Herzogenbusch in het Duits, Boscoducale in het Italiaans en Bolduque in het Spaans.

Trivia

Er bestaat een Genootschap ter bevordering van het gebruik van de naam ’s-Hertogenbosch, dat het gebruik van het ‘volkse’ Den Bosch terug wil dringen.

In carnavalstijd heet ’s-Hertogenbosch Oeteldonk.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!