Wijzigen heeft al tientallen jaren geleden de betekenis ‘veranderen, anders worden’ erbij gekregen. Meer voorbeelden waarin wijzigen in die betekenis gebruikt wordt:

  • De vertrektijden wijzigen met ingang van 1 december.
  • Je kunt het best geregeld je wachtwoorden wijzigen.
  • Wijzigt er nog iets binnenkort?
  • Let op: de afspraken wijzigen.

Iets wordt gewijzigd

Van oudsher is wijzigen een overgankelijk werkwoord. Dat wil zeggen dat er een lijdend voorwerp bij moet staan: ‘De verzekeraar wijzigt de pensioenuitkering’, ‘Hebben ze de prijs gewijzigd?’ Door een lijdende vorm te gebruiken kun je de handelende persoon erbuiten laten: ‘De pensioenuitkering wordt gewijzigd’, ‘Is de prijs gewijzigd?’

In de loop van de tijd is wijzigen gaan lijken op het werkwoord veranderen: beide werkwoorden kunnen zowel overgankelijk (‘Iemand verandert/wijzigt de prijs’) als onovergankelijk (‘De prijs verandert/wijzigt’) gebruikt worden.

Iets wijzigt zich

Verder bestaat het wederkerende zich wijzigen, dat ook ‘veranderen, anders worden’ betekent: ‘De situatie heeft zich gewijzigd’, ‘De weersomstandigen wijzigen zich.’ Het soms subtiele verschil tussen zich wijzigen en wijzigen is te zien aan een zin als ‘De prijs wijzigt zich.’ Zo’n zin zal voor velen wat vreemd klinken, doordat zich wijzigen de gedachte oproept dat iets uit zichzelf verandert, dat de verandering ‘zomaar ontstaat’. Dat is bij prijswijzigingen niet zo waarschijnlijk.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!