Wat is juist: buiten dienst of buitendienst?
Buiten dienst en buitendienst bestaan allebei, maar worden verschillend gebruikt.
Buiten dienst
Buiten dienst betekent ‘uit dienst’, ‘buiten werking’, ‘buiten gebruik’, ‘niet in bedrijf’. Het is het tegenovergestelde van ‘in dienst’, ‘in werking’, ‘in gebruik’, ‘in bedrijf’. Buiten dienst is een woordgroep met het losse voorzetsel buiten (‘uit’) en het zelfstandig naamwoord dienst. De klemtoon in buiten dienst ligt op dienst.
Een paar voorbeelden:
- Lift buiten dienst.
- Spoor 1 is een maand lang buiten dienst.
- De NS heeft de Fyra al snel buiten dienst moeten stellen.
- Frank van den Berg is generaal-majoor buiten dienst.
Buitendienst
Buitendienst kan niet in die zinnen gebruikt worden. Buitendienst zit anders in elkaar: het is een samenstelling, met de klemtoon op buiten. De buitendienst is onder meer een dienst die buiten het bedrijf wordt verricht: iemand die in de buitendienst werkt, komt bij klanten over de vloer. Het tegenovergestelde is de binnendienst: binnendienstmedewerkers hebben hun vaste werkplek in het bedrijf.
Een buitendienst kan ook nog letterlijker een dienst in de buitenlucht zijn.
Enkele voorbeelden:
- Wij zoeken een verkoopmedewerker voor de buitendienst.
- Je draait op stranddagen uitsluitend buitendiensten.
Buiten( )dienst in samenstellingen
Als buitendienst of buiten dienst in een samenstelling gebruikt wordt, wordt het altijd aan elkaar geschreven:
- De buitendienststelling van de lift zal enige overlast geven. (Zie ook deze pagina.)
- Hij viert vandaag zijn tienjarig jubileum als buitendienstmedewerker.
- Onze verkoopbuitendienst heeft een vacature.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!