In de combinatie alle + telwoord + zelfstandig naamwoord hoeft in principe geen lidwoord te staan; het woord alle betekent zelf namelijk al ‘al de’:

  • Ronnie had alle twintig vragen goed.
  • De redactie heeft alle honderd e-mails binnen een week beantwoord.
  • Alle zeven schaatssters verbeterden hun persoonlijke records.

Maar hoe kleiner het telwoord, hoe sterker de voorkeur voor het toevoegen van de. Dat gebeurt vooral bij twee, drie en vier; bij getallen vanaf vijf is het goed mogelijk maar minder gebruikelijk, en ook minder nodig. Bij getallen boven de tien à twaalf blijft de vrijwel altijd achterwege. Hoe formeler bovendien de context, hoe eerder je de weglaat.

Nog een aantal voorbeelden:

  • Alle twee de liften zijn defect.
  • Alle vier de damestoiletten waren lange tijd bezet.
  • Volgens de dierenarts hebben alle vijf (de) paarden hetzelfde virus te pakken.
  • In alle acht (de) kernen van De Ronde Venen worden informatiebijeenkomsten georganiseerd.
  • Alle elf (de) spelers hadden een jetlag.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail