Benamingen van periodes en tijdvakken worden meestal met kleine letter geschreven. Maar wie ze als naam ziet, kan ook voor de hoofdletter kiezen. De officiële spelling zegt daarover: “In vakliteratuur in bijvoorbeeld de geologie en de geschiedenis worden benamingen van tijdvakken doorgaans als eigennamen opgevat; daardoor is in zulke contexten het gebruik van hoofdletters mogelijk” (Technische Handleiding Spelling). Er is dus ruimte om tussen middeleeuwen en Middeleeuwen te kiezen.

Het bijvoeglijk naamwoord middeleeuws is overigens met een kleine letter, net als afleidingen als middeleeuwer en middeleeuwster.

Vastomlijnde (cultuur)perioden

In de praktijk fungeren woorden die een vastomlijnde periode in de (culturele of geologische) geschiedenis aanduiden als een soort eigennamen. Namen krijgen een hoofdletter. Sinds de spellingherziening van 2005 is dit officieel niet meer juist in “courante teksten”, maar alleen in “gespecialiseerde publicaties”. Wat ons betreft is de spelling met hoofdletter in alle teksten goed te verdedigen. Daarom staan middeleeuwen en Middeleeuwen op Spellingsite.nu als gelijkwaardige varianten onder elkaar. (Kijk voor meer voorbeelden op het tabblad 'Voorbeelden'.)

Perioden op -tijd, -tijdperk en -periode

Woorden die eindigen op -tijd, -tijdperk en -periode krijgen een kleine letter: bronstijd, bronsperiode, socialemediatijdperk, steentijd. Het zijn meer omschrijvende woorden en soms ook algemenere aanduidingen voor verschillende perioden (zoals ijstijd). Ook anderstalige woorden die een tijdsaanduiding bevatten, krijgen meestal een kleine letter: belle époque, fin de siècle.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Hieronder staan voorbeelden van tijdperknamen. In de linkerrij staat de spelling zoals die in de woordenlijst van het Groene Boekje staat of zou staan. In ‘gespecialiseerde publicaties’ is ook volgens het Groene Boekje de spelling rechts, met een hoofdletter, toegestaan. Als er een sterretje (*) achter een periodenaam staat, wil dat zeggen dat het ook de benaming voor een kunststroming is. De spelling hiervan komt aan de orde in ons advies over romantiek/Romantiek.

woordenlijst Groene Boekje Spellingwijzer Onze Taal
alluvium Alluvium
antropoceen Antropoceen
archeïcum Archeïcum
azoïcum Azoïcum
atoomtijdperk atoomtijdperk
barok Barok (*)
biedermeier Biedermeier
bronstijd bronstijd
cambrium Cambrium
carboon Carboon
devoon Devoon
diluvium Diluvium
eemien Eemien
eoceen Eoceen
eolithicum Eolithicum
hadeïcum Hadeïcum
holoceen Holoceen
ijstijd ijstijd
jura Jura
kaenozoïcum Kaenozoïcum/Kenozoïcum
krijt Krijt
laatpaleolithicum Laatpaleolithicum
late middeleeuwen Late Middeleeuwen
late steentijd late steentijd
mesolithicum Mesolithicum
mesozoïcum Mesozoïcum
middenpaleolithicum Middenpaleolithicum
mioceen Mioceen
neogeen Neogeen
neolithicum Neolithicum
oligoceen Oligoceen
ordovicium Ordovicium
oudheid Oudheid
paleoceen Paleoceen
paleogeen Paleogeen
paleolithicum Paleolithicum
paleozoïcum Paleozoïcum
perm Perm
pleistoceen Pleistoceen
preglaciaal Preglaciaal
pruikentijd pruikentijd
plioceen Plioceen
quartair Quartair
renaissance Renaissance (*)
saalien Saalien
siluur Siluur
steenkoolperiode steenkoolperiode
steentijd steentijd
tertiair Tertiair
trias Trias
verlichting Verlichting (*)
vroegmesolithicum Vroegmesolithicum
vroegpaleolithicum Vroegpaleolithicum
vroegpleistoceen Vroegpleistoceen
weichselien Weichselien

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!