Merkhouders zijn over het algemeen niet blij als hun merknaam een soortnaam wordt; het woord kan dan ook voor slechtere (en goedkopere) producten gebruikt worden, wat afbreuk doet aan de reputatie van hun eigen product. Toch is het proces meestal moeilijk tegen te gaan; zeker als het gaat om woorden waar geen (goed) algemeen woord voor bestaat, zoals bij aspirine en walkman.

Soms wordt het woord generigram gebruikt, waarin het bijvoeglijk naamwoord generisch of generiek (‘algemeen, merkloos’) zit. Het tweede deel van de samenstelling is het achtervoegsel -gram (‘iets wat geschreven, geregistreerd e.d. is op de door het grondwoord genoemde wijze’). In de praktijk komt woord echter weinig voor. Het woord generoniem lijkt in opkomst te zijn.

In het Engels zijn voor dit proces meerdere woorden in omloop. Het gebruikelijkst is genericide, waar net als in generigram het woord generisch of generiek zit. Het achtervoegsel -cide betekent ‘-doder, -moord’; het komt ook voor in woorden als genocide en bactericide. In genericide past deze betekenis eigenlijk niet; iets als brandicide (‘merkmoord’) zou beter overeenkomen met wat het woord moet uitdrukken. Naast genericide wordt ook genericization redelijk veel gebruikt.

Een proces dat enigszins vergelijkbaar is met merkverwatering is het proces waarbij namen van personen ‘gewone’ woorden worden. Deze woorden worden eponiemen genoemd. Voorbeelden zijn sandwich (genoemd naar John Montagu, de vierde graaf van Sandwich), diesel (genoemd naar Rudolf Diesel, de uitvinder van de dieselmotor) en casanova (naar de achttiende-eeuwse Italiaanse avonturier Casanova). Afleidingen van merknamen vallen hier echter niet onder.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail