Genant (‘een gevoel van schaamte opwekkend, pijnlijk’) is een leenwoord uit het Frans. In uit het Frans overgenomen woorden komen alleen accenten als die nodig zijn voor de uitspraak. Dat is bijvoorbeeld het geval in privé, crêpe, frêle en gêne. Bij gêne weet je dankzij het ‘dakje’ op de eerste e dat je ‘zjè-nuh’ moet zeggen. In genant is het dakje (accent circonflexe) niet nodig voor de uitspraak. Je zegt immers niet ‘zjè-nant’, maar ‘zjuh-nant’, met een ‘stomme e’ (sjwa) in de eerste lettergreep. Hetzelfde geldt voor generen, dat nooit met een dakje wordt geschreven.

Desondanks is alleen gênant juist volgens de officiële spelling. Als je op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven klikt, vind je een lijstje van Franse leenwoorden die volgens de officiële spelling nog altijd een accent circonflexe hebben.

Dat veelgebruikte Franse woorden mettertijd hun accent verliezen als dat accent niet nodig is voor de uitspraak, is een normale gang van zaken. Dat is gebeurd met dedain (was ooit dédain), etage (was ooit étage) en ragout (was ooit ragoût). De vorm genant zonder accent komt ook al lange tijd voor in Nederlandse teksten. Zo omschrijft het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal het woord choquant als ‘stuitend, beleedigend, genant’. En bij het trefwoord gênant (wel met accent) staat een voorbeeld uit 1958: “een genante en vervelende geschiedenis”. Wie dus liever bijvoorbeeld een genante toestand schrijft (en niet een gênante toestand), maakt dus zeker geen grote ‘fout’. In onze spellinglijst hebben we genant als alternatieve spelling opgenomen. 

Franse woordgroepen: vaker accenten

In woordgroepen die uit het Frans zijn geleend, staan vaak accenten: belle époque, crème brûlée, en dépôt, pâté de foie gras, enz.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Accents circonflexes (‘dakjes’) zijn gebruikelijk in de volgende Franse leenwoorden:

  • arrêt ('pal', '(jachtterm) het plotseling blijven staan of liggen', '(schermen) tegenaanval')
  • arrêteerkogel ('kogeltje om een werking stop te zetten')
  • arrêteren ('tegenhouden', 'halt houden')
  • bêche de mer ('zeekomkommer')
  • bête ('dom, onnozel')
  • bête noire ('het zwarte schaap')
  • bêtise ('domheid, domme streek')
  • crème brûlée
  • crêpe (suzette)
  • en croûte ('met een korstje')
  • en dépôt (let op: als depot los voorkomt, geen accenten)
  • enquête
  • enquêteren
  • enquêteur
  • flûte ('glaasje')
  • frêle
  • gemêleerd ('gemengd', 'bestaande uit personen van verschillende stand of leeftijd')
  • maîtresse
  • mêlee
  • mêleren ('mengen, dooreenmengen')
  • moment suprême
  • pâte ('vrij dikke, smeuïge verflaag van een schilderij')
  • pâté de foie gras (let op: in paté ('smeerbaar vleesgerecht') als het los voorkomt geen accent circonflexe)
  • peau de pêche ('fluweelachtige stof')
  • pêche melba
  • pêle-mêle ('raam waarin verschillende foto’s geplaatst kunnen worden')
  • petit-maître ('pronker, saletjonker')
  • prêcher pour sa paroisse ('voor eigen parochie preken')
  • prêt-à-porter ('confectiekleding voor dames, naar model van een modeontwerper')
  • prête-nom ('iem. die zijn naam ergens voor leent, stroman')
  • prévôt ('rang op een of ander wapen, beneden meester (term uit de schermsport)')
  • rêverie ('dromerij')
  • relâche ((theaterterm) 'geen opvoering')
  • sans relâche ('zonder ophouden')
  • tambour-maître
  • Trêveszaal

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!