Coma kreeg van oorsprong het lidwoord het, maar de coma is in de praktijk gebruikelijker. In de recente woordenboeken staan het coma én de coma.

Voor een de-woord wordt een bijvoeglijk naamwoord verbogen. De coma leidt daarom tot een kunstmatige coma. Voor een het-woord, als er een of helemaal geen lidwoord of voornaamwoord voor het bijvoeglijk naamwoord staat, krijgt het bijvoeglijk naamwoord geen -e. Wie het coma zegt, spreekt dus ook van een kunstmatig coma.

Meer voorbeelden, waarbij telkens de tweede optie het gebruikelijkst is:

  • een diabetisch coma, een diabetische coma
  • een diep coma, een diepe coma
  • een kunstmatig coma, een kunstmatige coma
  • een langdurig coma, een langdurige coma
  • een onomkeerbaar coma, een onomkeerbare coma
  • een wekenlang coma, een wekenlange coma

Als er geen een, maar het voor staat, of een aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord, wordt het bijvoeglijk naamwoord voor coma in principe verbogen: het wekenlange coma, zijn kunstmatige coma, dat langdurige coma. Vergelijk een groot huis en het grote huis, en zie de algemene regels voor de buigings-e. In vaste combinaties kan de -e overigens wegvallen; naast het diabetische coma is daarom ook het diabetisch coma mogelijk.

Dat woordenboeken heel lang alleen het coma vermeldden, heeft waarschijnlijk te maken met de herkomst. Coma is namelijk een Grieks leenwoord, en Griekse woorden die op -ma eindigen, zijn bijna allemaal onzijdig (het diploma, het drama, het stigma, het thema).

Enkele van die woorden hebben in het Nederlands het lidwoord de (erbij) gekregen: zo is bijvoorbeeld zowel het trema als de trema mogelijk. En stoma is in medische kringen een het-woord, maar in de algemene taal een de-woord.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail