In zinnen waarin de werkwoorden moeten, kunnen, mogen, dienen, (be)horen en hoeven voorkomen met een voltooid deelwoord en worden, kun je worden soms weglaten. Vaak gaat het dan om korte zinnen. Het gebeurt bovendien het meest bij moeten en dienen - vaker dan bij de andere werkwoorden. Je ziet het geregeld in krantenkoppen, waar het handig kan zijn vanwege de beperkte ruimte. Bijvoorbeeld:

  • Krakersbolwerk moet ontruimd.
  • Hierbij dient vermeld dat het plan oorspronkelijk veel meer omvatte.
  • Die soep kan weggegooid.
  • Kan dat opgeruimd?
  • Die cadeautjes mogen alvast ingepakt.
  • Mogen de stukken al uitgedeeld?
  • Zo’n mooi overhemd hoort eigenlijk nog wel gestreken!
  • Het hoeft niet geruild: ik weet wel een bestemming.

In alle gevallen kun je (te) worden ook toevoegen. Wie twijfelt, kan het beter wél toevoegen: veel mensen vinden dat neutraler of stijlvoller. Het weglaten van worden is in feite een uitzondering en daarmee ook een stilistische keuze.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!