Versterking van weer

Voor de meeste mensen is alweer het gewoonst in de betekenis ‘nogmaals, opnieuw’. Het is in die betekenis oorspronkelijk een versterking van weer, met al- als versterkend element. Voorbeelden hiervan:

  • Heb je nou alweer een taart gebakken?
  • Ze heeft alweer gelijk gekregen.
  • De invoering van de wet is alweer uitgesteld.

In dit soort zinnen is alweer wat nadrukkelijker dan weer. Met weer wordt alleen gezegd dat iets (meestal niet lang daarvoor) al eens eerder is gebeurd; met alweer druk je wat steviger uit dat dit nu de zóveelste keer is. Er kan soms irritatie in doorklinken, maar ook juist verbazing of ontzag.

Minder letterlijk

Je kunt alweer ook gebruiken in zinnen waarin geen herhalend element zit. Bijvoorbeeld:

  • Het is alweer twaalf jaar geleden dat ik hier kwam werken.
  • Ze wordt alweer zeventien!
  • Het is alweer de tiende keer dat dit toernooi wordt gehouden.

Dit soort zinnen drukken (in milde vorm) een soort verwondering, ongeloof of trots uit. De bijgedachte is bijvoorbeeld: wat gaat de tijd toch snel! Of: dit is misschien wel meer (langer, groter, …) dan men beseft.

Ook in de volgende zinnen heeft alweer geen letterlijke betekenis:

  • De ene bus was nog niet vertrokken of de volgende kwam er alweer aan. (telkens een nieuwe bus)
  • Ik kan alweer een beetje lachen om het voorval. (zover ben ik hersteld van de schrik)
  • Hoe heet de president van Frankrijk ook alweer? (ik kan er even niet op komen)

Alweer of al weer

De schrijfwijze al weer is te verdedigen als weer zoveel betekent als ‘terug’. Er is daarom een subtiel verschil tussen de volgende twee zinnen:

  • Ben je er nu al weer? (met nadruk op nu; bedoeld is: ben je nú al terug?)
  • Ben je er nu alweer? (met nadruk op (al)weer; bedoeld is: ben je er nu opnieuw, wat is er nu weer?)

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!