Ook op hoofdletters kunnen accenten staan: ‘RENÉ EN ZOË ZIJN GESLAAGD!’ en ‘HÁD IK MAAR GELUISTERD ...’ zijn bijvoorbeeld correct.

Je plaatst accenten om de juiste uitspraak van een woord te verduidelijken of om aan te geven dat een bepaald woord wordt beklemtoond. Dat werkt niet alleen zo bij kleine letters, maar ook bij hoofdletters. Als je ‘René en Zoë zijn geslaagd!’ en ‘Hád ik maar geluisterd ...’ helemaal in hoofdletters schrijft, zijn de accenten net zo nodig en nuttig voor de lezer.

Woorden of zinnen in hoofdletters

Ook als hele woorden of zelfs zinnen in hoofdletters geschreven worden, kun je (als het typografisch mogelijk is) het best accenttekens plaatsen.

  • EFFICIËNT WERKEN
  • DÉJÀ VU
  • VOORKÓMEN IS BETER DAN GENEZEN

Accent op beginletter

Een accent kan op de eerste letter van een woord staan, en als zo’n woord aan het begin van een zin staat, komt het accent dus op een hoofdletter te staan:

  • À propos, Karen komt morgen langs.
  • Ík weet van niets.

Een uitzondering is één. Als één aan het begin van een zin voorkomt, vervalt het eerste accent op de hoofdletter e. Het is dus Eén, met alleen een accentteken op de tweede e. Daarnaast is het bijvoorbeeld Óúd en Úít:

  • Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
  • Óúde kaas lust ik niet.
  • Úít met die felle lamp!

Volgens de officiële spellingregels valt het accentteken op de beginletter in principe weg. In de praktijk is het heel gebruikelijk (en duidelijker) om het wel te schrijven. 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail