wuft
frivool, lichtzinnig
Citaat
“Ze begroef haar snuitje weer in het vogellijkje, en met nog steeds dat veertje wuft aan haar kin keek ze me weer aan.”
(Bron: Na drie weken liet het asiel weten dat er iets fout was gegaan: Ukkie was niet Ukkie maar Guusje, en Guusje kon niet met kinderen – Katinka Polderman, de Volkskrant, 24 juni 2024)
Betekenis
frivool, lichtzinnig
Uitspraak
wuft
Woordfeit
Wuft is onder meer verwant aan wuiven, weifelen, wiebelen en wippen. Al deze woorden hebben iets te maken met (heen en weer) bewegen; bij weifelen moet je dat opvatten als ‘heen en weer wankelen tussen twee gevoelens’ en vandaar ‘aarzelen, twijfelen’. De woorden gaan terug op een Germaans woord dat ‘zwaaien, slingeren’ betekende. De betekenis van wuft heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld van ‘beweeglijk’ via ‘levendig’ en ‘onbezonnen’ naar ‘frivool, lichtzinnig’.
In ouder Nederlands sprak men overigens van wif; de i is in een u veranderd, en de t is erbij gekomen om het woord iets meer ‘gewicht’ te geven. Zo’n zelfde t zie je onder meer in burcht, arend, rijst en niemand: oudere vormen daarvan zijn burg, aren, rijs en nieman (‘geen mens’).
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!